Helpen (helpen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van helpen (helpen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Helpen (Helpen) |
Geholpen (Geholpen) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) help |
(ik) help |
(jij) helpt/help |
(jij) helpt/help |
(hij/zij/het) helpt |
(hij/zij/het) helpt |
(wij) helpen |
(wij) helpen |
(jullie) helpen |
(jullie) helpen |
(zij) helpen |
(zij) helpen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) hielp |
(ik) hielp |
(jij) hielp/hielpte |
(jij) hielp/hielpte |
(hij/zij/het) hielp |
(hij/zij/het) hielp |
(wij) hielpen |
(wij) hielpen |
(jullie) hielpen |
(jullie) hielpen |
(zij) hielpen |
(zij) hielpen |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb geholpen |
(ik) heb geholpen |
(jij) hebt/geholpen |
(jij) hebt/geholpen |
(hij/zij/het) heeft geholpen |
(hij/zij/het) heeft geholpen |
(wij) hebben geholpen |
(wij) hebben geholpen |
(jullie) hebben geholpen |
(jullie) hebben geholpen |
(zij) hebben geholpen |
(zij) hebben geholpen |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb geholpen |
(ik) heb geholpen |
(jij) hebt geholpen |
(jij) hebt geholpen |
(hij/zij/het) heeft geholpen |
(hij/zij/het) heeft geholpen |
(wij) hebben geholpen |
(wij) hebben geholpen |
(jullie) hebben geholpen |
(jullie) hebben geholpen |
(zij) hebben geholpen |
(zij) hebben geholpen |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal geholpen hebben/zou geholpen hebben |
(ik) zal geholpen hebben/zou geholpen hebben |
(jij) zult geholpen hebben/zal geholpen hebben |
(jij) zult geholpen hebben/zal geholpen hebben |
(hij/zij/het) zal geholpen hebben/zou geholpen hebben |
(hij/zij/het) zal geholpen hebben/zou geholpen hebben |
(wij) zullen geholpen hebben/zouden geholpen hebben |
(wij) zullen geholpen hebben/zouden geholpen hebben |
(jullie) zullen geholpen hebben/zouden geholpen hebben |
(jullie) zullen geholpen hebben/zouden geholpen hebben |
(zij) zullen geholpen hebben/zouden geholpen hebben |
(zij) zullen geholpen hebben/zouden geholpen hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal geholpen hebben |
(ik) zal geholpen hebben |
(jij) zult/zal geholpen hebben |
(jij) zult/zal geholpen hebben |
(hij/zij/het) zal geholpen hebben |
(hij/zij/het) zal geholpen hebben |
(wij) zullen geholpen hebben |
(wij) zullen geholpen hebben |
(jullie) zullen geholpen hebben |
(jullie) zullen geholpen hebben |
(zij) zullen geholpen hebben |
(zij) zullen geholpen hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou helpen |
(ik) zou helpen |
(jij) zou helpen |
(jij) zou helpen |
(hij/zij/het) zou helpen |
(hij/zij/het) zou helpen |
(wij) zouden helpen |
(wij) zouden helpen |
(jullie) zouden helpen |
(jullie) zouden helpen |
(zij) zouden helpen |
(zij) zouden helpen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou geholpen hebben |
(ik) zou geholpen hebben |
(jij) zou geholpen hebben |
(jij) zou geholpen hebben |
(hij/zij/het) zou geholpen hebben |
(hij/zij/het) zou geholpen hebben |
(wij) zouden geholpen hebben |
(wij) zouden geholpen hebben |
(jullie) zouden geholpen hebben |
(jullie) zouden geholpen hebben |
(zij) zouden geholpen hebben |
(zij) zouden geholpen hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Help! |
Help! |
|