Woordenschat (11) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Beschrijf de symptomen van elke persoon. (Beschrijf de symptomen van elke persoon.)
- Speel een dialoog af bij de huisarts. (Speel een dialoog bij de dokter.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Hij heeft pijn in de nek. Hij heeft pijn in de nek. |
Je hebt koorts. Je hebt koorts. |
Mijn rug doet pijn. Mijn rug doet pijn. |
Waar doet het pijn? Waar doet het pijn? |
Ik heb een hoest. Ik heb een hoest. |
Ik heb hoofdpijn. Ik heb hoofdpijn. |
Ik heb buikpijn. Ik heb buikpijn. |
Ik voel me misselijk. Ik voel me misselijk. |
... |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Beterschap!
Beterschap!
2
Gezond
Gezond
3
De griep
De griep
4
De gezondheid
De gezondheid
5
Hoesten
Hoesten
Oefening 4: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.
help, schrijft, schrijven, helpen, helpt
Oefening 5: Bijwoorden Anders, graag, zo, heel,...
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Bijwoorden Anders, graag, zo, heel,...
Toon vertaling Toon antwoordenheel, nergens, niet, anders, zo, nooit, graag
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Helpen helpen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik help | ik help |
jij helpt/jij helpt | jij helpt/jij helpt |
hij/zij/het helpt | hij/zij/het helpt |
wij helpen | wij helpen |
jullie helpen | jullie helpen |
zij helpen | zij helpen |
Schrijven schrijven Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik schrijf | ik schrijf |
jij schrijft | jij schrijft |
hij/zij/het schrijft | hij/zij/het schrijft |
wij schrijven | wij schrijven |
jullie schrijven | jullie schrijven |
zij schrijven | zij schrijven |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.