Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (13) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Beschrijf de symptomen van elke persoon. (Beschrijf de symptomen van elke persoon.)
- Speel een dialoog af bij de huisarts. (Speel een dialoog bij de dokter.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
De griep
De griep
2
Schrijven
Schrijven
3
Beterschap!
Beterschap!
4
Ziek
Ziek
5
Het medicijn
Het medicijn
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 5: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 6: Clusteren van woorden
Instructie: Sleep de woorden naar de juiste categorie: woorden die te maken hebben met ziekte en klachten, en woorden die te maken hebben met verzorging en herstel.
Ziekte en klachten
Verzorging en herstel
Oefening 7: Bijwoorden Anders, graag, zo, heel,...
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Bijwoorden Anders, graag, zo, heel,...
Toon vertaling Toon antwoordenheel, nergens, niet, anders, zo, nooit, graag
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Helpen helpen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) help | (ik) help |
(jij) helpt/help | (jij) helpt/help |
(hij/zij/het) helpt | (hij/zij/het) helpt |
(wij) helpen | (wij) helpen |
(jullie) helpen | (jullie) helpen |
(zij) helpen | (zij) helpen |
Schrijven schrijven Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) schrijf | (ik) schrijf |
(jij) schrijft/schrijf | (jij) schrijft/schrijf |
(hij/zij/het) schrijft | (hij/zij/het) schrijft |
(wij) schrijven | (wij) schrijven |
(jullie) schrijven | (jullie) schrijven |
(zij) schrijven | (zij) schrijven |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.