Helpen (helpen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

 Helpen (helpen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Helpen - Vervoeging van Helpen in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Helpen (helpen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Ziekte en pijn (Ziekte en pijn)

Vervoeging van helpen in de Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
ik help ik help
jij helpt/jij helpt jij helpt/jij helpt
hij/zij/het helpt hij/zij/het helpt
wij helpen wij helpen
jullie helpen jullie helpen
zij helpen zij helpen

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik help mijn zus met het medicijn. Ik help mijn zus met het medicijn.
Jij helpt de dokter schrijven. Jij helpt de dokter schrijven.
Hij helpt bij de griep. Hij helpt bij de griep.
Wij helpen je met de koorts. Wij helpen je met de koorts.
Jullie helpen de zieke vrouw. Jullie helpen de zieke vrouw.
Zij helpen om beter te worden. Zij helpen om beter te worden.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

jij, help, helpt, helpen

1.
Hij ... bij de griep.
(Hij helpt bij de griep.)
2.
Jullie ... de zieke vrouw.
(Jullie helpen de zieke vrouw.)
3.
... ... de dokter schrijven.
(Jij helpt de dokter schrijven.)
4.
Zij ... om beter te worden.
(Zij helpen om beter te worden.)
5.
Ik ... mijn zus met het medicijn.
(Ik help mijn zus met het medicijn.)
6.
Wij ... je met de koorts.
(Wij helpen je met de koorts.)