Kiezen (kiezen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van kiezen (kiezen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Kiezen (kiezen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A2

Module 4: Levensstijl (Levensstijl)

Les 26: (Duurzaam) vervoer ((Duurzaam) vervoer)

Infinitief Voltooid deelwoord
Kiezen (Kiezen) Gekozen (Gekozen)

Werkwoordsvormen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) kies (ik) kies
(jij) kiest/kies (jij) kiest/kies
(hij/zij/het) kiest (hij/zij/het) kiest
(wij) kiezen (wij) kiezen
(jullie) kiezen (jullie) kiezen
(zij) kiezen (zij) kiezen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Nederlands Nederlands
(ik) koos (ik) koos
(jij) koos (jij) koos
(hij/zij/het) koos (hij/zij/het) koos
(wij) kozen (wij) kozen
(jullie) kozen (jullie) kozen
(zij) kozen (zij) kozen

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Nederlands Nederlands
ik heb gekozen ik heb gekozen
jij hebt gekozen / heb jij gekozen? jij hebt gekozen / heb jij gekozen?
hij/zij/het heeft gekozen hij/zij/het heeft gekozen
wij hebben gekozen wij hebben gekozen
jullie hebben gekozen jullie hebben gekozen
zij hebben gekozen zij hebben gekozen

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Nederlands Nederlands
(ik) heb gekozen (ik) heb gekozen
(jij) hebt gekozen / hebt gekozen (jij) hebt gekozen / hebt gekozen
(hij/zij/het) heeft gekozen (hij/zij/het) heeft gekozen
(wij) hebben gekozen (wij) hebben gekozen
(jullie) hebben gekozen (jullie) hebben gekozen
(zij) hebben gekozen (zij) hebben gekozen

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Nederlands Nederlands
(ik) zal hebben gekozen/zal gekozen hebben (ik) zal hebben gekozen/zal gekozen hebben
(jij) zal hebt gekozen/zult gekozen hebben (jij) zal hebt gekozen/zult gekozen hebben
(hij/zij/het) zal heeft gekozen/zult gekozen hebben (hij/zij/het) zal heeft gekozen/zult gekozen hebben
(wij) zullen hebben gekozen/zullen gekozen hebben (wij) zullen hebben gekozen/zullen gekozen hebben
(jullie) zullen hebben gekozen/zullen gekozen hebben (jullie) zullen hebben gekozen/zullen gekozen hebben
(zij) zullen hebben gekozen/zullen gekozen hebben (zij) zullen hebben gekozen/zullen gekozen hebben

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Nederlands Nederlands
(ik) zal gekozen hebben (ik) zal gekozen hebben
(jij) zal gekozen hebben / zul gekozen hebben (jij) zal gekozen hebben / zul gekozen hebben
(hij/zij/het) zal gekozen hebben (hij/zij/het) zal gekozen hebben
(wij) zullen gekozen hebben (wij) zullen gekozen hebben
(jullie) zullen gekozen hebben (jullie) zullen gekozen hebben
(zij) zullen gekozen hebben (zij) zullen gekozen hebben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Nederlands Nederlands
ik zou kiezen ik zou kiezen
jij zou kiezen / zou jij kiezen jij zou kiezen / zou jij kiezen
(hij/zij/het) hij zou kiezen / zij zou kiezen / het zou kiezen (hij/zij/het) hij zou kiezen / zij zou kiezen / het zou kiezen
wij zouden kiezen wij zouden kiezen
jullie zouden kiezen jullie zouden kiezen
zij zouden kiezen zij zouden kiezen

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Nederlands Nederlands
ik zou gekozen hebben ik zou gekozen hebben
jij zou gekozen hebben / zou je gekozen hebben jij zou gekozen hebben / zou je gekozen hebben
hij/zij/het zou gekozen hebben hij/zij/het zou gekozen hebben
wij zouden gekozen hebben wij zouden gekozen hebben
jullie zouden gekozen hebben jullie zouden gekozen hebben
zij zouden gekozen hebben zij zouden gekozen hebben
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Nederlands Nederlands
Kies! Kies!