Kijken (kijken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van kijken (kijken) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Kijken (Kijken) |
Gekeken (Gekeken) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) kijk |
(ik) kijk |
(jij) kijkt/kijk |
(jij) kijkt/kijk |
(hij/zij/het) kijkt |
(hij/zij/het) kijkt |
(wij) kijken |
(wij) kijken |
(jullie) kijken |
(jullie) kijken |
(zij) kijken |
(zij) kijken |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) keek |
(ik) keek |
(jij) keek/keekte |
(jij) keek/keekte |
(hij/zij/het) keek |
(hij/zij/het) keek |
(wij) keken |
(wij) keken |
(jullie) keken |
(jullie) keken |
(zij) keken |
(zij) keken |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gekeken |
(ik) heb gekeken |
(jij) hebt gekeken |
(jij) hebt gekeken |
(hij/zij/het) heeft gekeken |
(hij/zij/het) heeft gekeken |
(wij) hebben gekeken |
(wij) hebben gekeken |
(jullie) hebben gekeken |
(jullie) hebben gekeken |
(zij) hebben gekeken |
(zij) hebben gekeken |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gekeken |
(ik) heb gekeken |
(jij) hebt gekeken / heb je gekeken |
(jij) hebt gekeken / heb je gekeken |
(hij/zij/het) heeft gekeken |
(hij/zij/het) heeft gekeken |
(wij) hebben gekeken |
(wij) hebben gekeken |
(jullie) hebben gekeken |
(jullie) hebben gekeken |
(zij) hebben gekeken |
(zij) hebben gekeken |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal kijken |
(ik) zal kijken |
(jij) zal/zal kijken |
(jij) zal/zal kijken |
(hij/zij/het) zal kijken |
(hij/zij/het) zal kijken |
(wij) zullen kijken |
(wij) zullen kijken |
(jullie) zullen kijken |
(jullie) zullen kijken |
(zij) zullen kijken |
(zij) zullen kijken |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal gekeken hebben |
(ik) zal gekeken hebben |
(jij) zal gekeken hebben / zul gekeken hebben |
(jij) zal gekeken hebben / zul gekeken hebben |
(hij/zij/het) zal gekeken hebben |
(hij/zij/het) zal gekeken hebben |
(wij) zullen gekeken hebben |
(wij) zullen gekeken hebben |
(jullie) zullen gekeken hebben |
(jullie) zullen gekeken hebben |
(zij) zullen gekeken hebben |
(zij) zullen gekeken hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou gekeken hebben |
ik zou gekeken hebben |
jij zou gekeken hebben / zou jij gekeken hebben |
jij zou gekeken hebben / zou jij gekeken hebben |
hij/zij/het zou gekeken hebben |
hij/zij/het zou gekeken hebben |
wij zouden gekeken hebben |
wij zouden gekeken hebben |
jullie zouden gekeken hebben |
jullie zouden gekeken hebben |
zij zouden gekeken hebben |
zij zouden gekeken hebben |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou gekeken hebben |
(ik) zou gekeken hebben |
(jij) zou gekeken hebben |
(jij) zou gekeken hebben |
(hij/zij/het) zou gekeken hebben |
(hij/zij/het) zou gekeken hebben |
(wij) zouden gekeken hebben |
(wij) zouden gekeken hebben |
(jullie) zouden gekeken hebben |
(jullie) zouden gekeken hebben |
(zij) zouden gekeken hebben |
(zij) zouden gekeken hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Kijk! |
Kijk! |
|