Kopen (kopen) - Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Conditionele Tegenwoordige Tijd , conditionele wijs)

 Kopen (kopen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Kopen - Vervoeging van Kopen in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voorwaardelijke tegenwoordige tijd, voorwaardelijke wijs tijd (Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs).

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Conditionele Tegenwoordige Tijd , conditionele wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Kopen (kopen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Prijzen en geld (Prijzen en geld)

Verbuiging van kopen in de voorwaardelijke tegenwoordige tijd (CTT)

Nederlands Nederlands
ik zou kopen ik zou kopen
jij zou kopen jij zou kopen
hij/zij/het zou kopen hij/zij/het zou kopen
wij zouden kopen wij zouden kopen
jullie zouden kopen jullie zouden kopen
zij zouden kopen zij zouden kopen

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik zou een appartement kopen in deze rustige buurt. Ik zou een appartement kopen in deze rustige buurt.
Jij zou een hypotheek afsluiten om het huis te kopen. Jij zou een hypotheek afsluiten om het huis te kopen.
Hij zou de reclame bekijken voor een nieuw appartement. Hij zou de reclame bekijken voor een nieuw appartement.
Wij zouden het huurcontract tekenen na de aankoop. Wij zouden het huurcontract tekenen na de aankoop.
Jullie zouden de makelaar bellen voor meer informatie. Jullie zouden de makelaar bellen voor meer informatie.
Zij zouden de servicekosten vergelijken voor een betere deal. Zij zouden de servicekosten vergelijken voor een betere deal.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

wij, zij, zou, jij, hij, zouden, kopen, ik, jullie

1.
... ... een hypotheek afsluiten om het huis te ....
(Jij zou een hypotheek afsluiten om het huis te kopen.)
2.
... ... het huurcontract tekenen na de aankoop.
(Wij zouden het huurcontract tekenen na de aankoop.)
3.
... ... de makelaar bellen voor meer informatie.
(Jullie zouden de makelaar bellen voor meer informatie.)
4.
... ... de reclame bekijken voor een nieuw appartement.
(Hij zou de reclame bekijken voor een nieuw appartement.)
5.
... ... een appartement ... in deze rustige buurt.
(Ik zou een appartement kopen in deze rustige buurt.)
6.
... ... de servicekosten vergelijken voor een betere deal.
(Zij zouden de servicekosten vergelijken voor een betere deal.)