Lijken (lijken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van lijken (lijken) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Lijken (Lijken) |
Geleken (Geleken) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) lijk |
(ik) lijk |
(jij) lijkt/lijk |
(jij) lijkt/lijk |
(hij/zij/het) lijkt |
(hij/zij/het) lijkt |
(wij) lijken |
(wij) lijken |
(jullie) lijken |
(jullie) lijken |
(zij) lijken |
(zij) lijken |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) leek |
(ik) leek |
(jij) leek |
(jij) leek |
(hij/zij/het) leek |
(hij/zij/het) leek |
(wij) leken |
(wij) leken |
(jullie) leken |
(jullie) leken |
(zij) leken |
(zij) leken |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb geleken |
(ik) heb geleken |
(jij) hebt/heeft geleken |
(jij) hebt/heeft geleken |
(hij/zij/het) heeft geleken |
(hij/zij/het) heeft geleken |
(wij) hebben geleken |
(wij) hebben geleken |
(jullie) hebben geleken |
(jullie) hebben geleken |
(zij) hebben geleken |
(zij) hebben geleken |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb geleken |
(ik) heb geleken |
(jij) hebt geleken |
(jij) hebt geleken |
(hij/zij/het) heeft geleken |
(hij/zij/het) heeft geleken |
(wij) hebben geleken |
(wij) hebben geleken |
(jullie) hebben geleken |
(jullie) hebben geleken |
(zij) hebben geleken |
(zij) hebben geleken |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal geleken hebben |
(ik) zal geleken hebben |
(jij) zal geleken hebben |
(jij) zal geleken hebben |
(hij/zij/het) zal geleken hebben |
(hij/zij/het) zal geleken hebben |
(wij) zullen geleken hebben |
(wij) zullen geleken hebben |
(jullie) zullen geleken hebben |
(jullie) zullen geleken hebben |
(zij) zullen geleken hebben |
(zij) zullen geleken hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal/heeft/zou/heeft/heeft |
(ik) zal/heeft/zou/heeft/heeft |
(jij) zult/zal/zou/hebt/heeft |
(jij) zult/zal/zou/hebt/heeft |
(hij/zij/het) zal/heeft/zou/heeft/heeft/zou |
(hij/zij/het) zal/heeft/zou/heeft/heeft/zou |
(wij) zullen/hebben/zouden/hebben/hebben/zouden |
(wij) zullen/hebben/zouden/hebben/hebben/zouden |
(jullie) zullen/hebben/zouden/hebben/hebben/zouden |
(jullie) zullen/hebben/zouden/hebben/hebben/zouden |
(zij) zullen/hebben/zouden/hebben/hebben/zouden |
(zij) zullen/hebben/zouden/hebben/hebben/zouden |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou lijken |
(ik) zou lijken |
(jij) zou lijken |
(jij) zou lijken |
(hij/zij/het) zou lijken |
(hij/zij/het) zou lijken |
(wij) zouden lijken |
(wij) zouden lijken |
(jullie) zouden lijken |
(jullie) zouden lijken |
(zij) zouden lijken |
(zij) zouden lijken |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou geleken hebben |
(ik) zou geleken hebben |
(jij) zou geleken hebben |
(jij) zou geleken hebben |
(hij/zij/het) zou geleken hebben |
(hij/zij/het) zou geleken hebben |
(wij) zouden geleken hebben |
(wij) zouden geleken hebben |
(jullie) zouden geleken hebben |
(jullie) zouden geleken hebben |
(zij) zouden geleken hebben |
(zij) zouden geleken hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Blijk! |
Blijk! |
|