Mengen (mengen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van mengen (mengen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Mengen (Mengen) |
Gemengd (Gemengd) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) meng |
(ik) meng |
(jij) mengt |
(jij) mengt |
(hij/zij/het) mengt |
(hij/zij/het) mengt |
(wij) mengen |
(wij) mengen |
(jullie) mengen |
(jullie) mengen |
(zij) mengen |
(zij) mengen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) mengde |
(ik) mengde |
(jij) mengde |
(jij) mengde |
(hij/zij/het) mengde |
(hij/zij/het) mengde |
(wij) mengden |
(wij) mengden |
(jullie) mengden |
(jullie) mengden |
(zij) mengden |
(zij) mengden |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gemengd |
(ik) heb gemengd |
(jij) hebt/heb gemengd |
(jij) hebt/heb gemengd |
(hij/zij/het) heeft gemengd |
(hij/zij/het) heeft gemengd |
(wij) hebben gemengd |
(wij) hebben gemengd |
(jullie) hebben gemengd |
(jullie) hebben gemengd |
(zij) hebben gemengd |
(zij) hebben gemengd |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gemengd |
(ik) heb gemengd |
(jij) hebt gemengd |
(jij) hebt gemengd |
(hij/zij/het) heeft gemengd |
(hij/zij/het) heeft gemengd |
(wij) hebben gemengd |
(wij) hebben gemengd |
(jullie) hebben gemengd |
(jullie) hebben gemengd |
(zij) hebben gemengd |
(zij) hebben gemengd |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal mengen |
(ik) zal mengen |
(jij) zult mengen/zal mengen |
(jij) zult mengen/zal mengen |
(hij/zij/het) zal mengen |
(hij/zij/het) zal mengen |
(wij) zullen mengen |
(wij) zullen mengen |
(jullie) zullen mengen |
(jullie) zullen mengen |
(zij) zullen mengen |
(zij) zullen mengen |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal gemengd hebben |
(ik) zal gemengd hebben |
(jij) zult/gij zal gemengd hebben |
(jij) zult/gij zal gemengd hebben |
(hij/zij/het) zal gemengd hebben |
(hij/zij/het) zal gemengd hebben |
(wij) zullen gemengd hebben |
(wij) zullen gemengd hebben |
(jullie) zullen gemengd hebben |
(jullie) zullen gemengd hebben |
(zij) zullen gemengd hebben |
(zij) zullen gemengd hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou mengen |
(ik) zou mengen |
(jij) zou mengen |
(jij) zou mengen |
(hij/zij/het) zou mengen |
(hij/zij/het) zou mengen |
(wij) zouden mengen |
(wij) zouden mengen |
(jullie) zouden mengen |
(jullie) zouden mengen |
(zij) zouden mengen |
(zij) zouden mengen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou gemengd hebben |
(ik) zou gemengd hebben |
(jij) zou gemengd hebben |
(jij) zou gemengd hebben |
(hij/zij/het) zou gemengd hebben |
(hij/zij/het) zou gemengd hebben |
(wij) zouden gemengd hebben |
(wij) zouden gemengd hebben |
(jullie) zouden gemengd hebben |
(jullie) zouden gemengd hebben |
(zij) zouden gemengd hebben |
(zij) zouden gemengd hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Mengen! |
Mengen! |
|