Woordenschat (14) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Leg elke stap uit van het bakken van pannenkoeken. (Leg elk stadium van het pannenkoeken bakken uit.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Het is noodzakelijk om de boter te koken. Het is noodzakelijk om de boter te koken. |
We moeten de boter en de suiker toevoegen. We moeten de boter en de suiker toevoegen. |
Je moet de olie en de boter aan het mengsel toevoegen. Je moet de olie en de boter aan het mengsel toevoegen. |
Je moet de eieren, de melk en het zout mengen. Je moet de eieren, de melk en het zout mengen. |
Bak de pannenkoeken in de pan. Bak de pannenkoeken in de pan. |
Eet de pannenkoeken, smakelijk eten! Eet de pannenkoeken, smakelijk eten! |
... |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Mengen
Mengen
2
Huisgemaakt
Huisgemaakt
3
De boter
De boter
4
Mogen
Mogen
5
Moeten
Moeten
Oefening 4: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.
moet, moeten, kunnen, mag
Oefening 5: Modale werkwoorden (moeten, kunnen, mogen)
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Modale werkwoorden (moeten, kunnen, mogen)
Toon vertaling Toon antwoordenmogen, kan, moet, mag
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.17.1 Grammatica
Modale werkwoorden (moeten, kunnen, mogen)
Modale werkwoorden (moeten, kunnen, mogen)
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Moeten moeten Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik moet | ik moet |
jij moet | jij moet |
hij/zij/het moet | hij/zij/het moet |
wij moeten | wij moeten |
jullie moeten | jullie moeten |
zij moeten | zij moeten |
Kunnen kunnen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik kan | ik kan |
jij kan/kunt | jij kan/kunt |
hij/zij/het kan | hij/zij/het kan |
wij kunnen | wij kunnen |
jullie kunnen | jullie kunnen |
zij kunnen | zij kunnen |
Mogen mogen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik mag | ik mag |
jij mag | jij mag |
hij/zij/het mag | hij/zij/het mag |
wij mogen | wij mogen |
jullie mogen | jullie mogen |
zij mogen | zij mogen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.