Ontvangen (ontvangen) - Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Voltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

 Ontvangen (ontvangen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Ontvangen - Vervoeging van Ontvangen in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooide tijd, aantonende wijs (Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs).

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Voltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Ontvangen (ontvangen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Adres en contactgegevens (Adres en contactgegevens)

Vervoeging van ontvangen in de voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

Nederlands Nederlands
(ik) heb ontvangen (ik) heb ontvangen
(jij) hebt ontvangen / hebt ontvangen (jij) hebt ontvangen / hebt ontvangen
(hij/zij/het) heeft ontvangen (hij/zij/het) heeft ontvangen
(wij) hebben ontvangen (wij) hebben ontvangen
(jullie) hebben ontvangen (jullie) hebben ontvangen
(zij) hebben ontvangen (zij) hebben ontvangen

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik heb de e-mail van de ontvanger ontvangen. Ik heb de e-mail van de ontvanger ontvangen.
Jij hebt het pakket bij het postkantoor ontvangen. Jij hebt het pakket bij het postkantoor ontvangen.
Hij heeft de brief met de handtekening ontvangen. Hij heeft de brief met de handtekening ontvangen.
Wij hebben een bericht via e-mail ontvangen. Wij hebben een bericht via e-mail ontvangen.
Jullie hebben de post met de postzegel ontvangen. Jullie hebben de post met de postzegel ontvangen.
Zij hebben antwoord op een e-mail ontvangen. Zij hebben antwoord op een e-mail ontvangen.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

ontvangen, hebt, heeft, heb, hebben

1.
Jij ... het pakket bij het postkantoor ....
(Jij hebt het pakket bij het postkantoor ontvangen.)
2.
Ik ... de e-mail van de ontvanger ....
(Ik heb de e-mail van de ontvanger ontvangen.)
3.
Zij ... antwoord op een e-mail ....
(Zij hebben antwoord op een e-mail ontvangen.)
4.
Jullie ... de post met de postzegel ....
(Jullie hebben de post met de postzegel ontvangen.)
5.
Wij ... een bericht via e-mail ....
(Wij hebben een bericht via e-mail ontvangen.)
6.
Hij ... de brief met de handtekening ....
(Hij heeft de brief met de handtekening ontvangen.)