Ontwikkelen (ontwikkelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen Delen Gekopieerd!

Vervoeging van ontwikkelen (ontwikkelen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A2

Module 2: Maatschappij en overheid (Maatschappij en overheid)

Les 14: Universitaire opleiding (Universitaire opleiding)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Ontwikkelen (Ontwikkelen)	Ontwikkeld (Ontwikkeld)

Werkwoordsvormen

Aantonende wijs

Nederlands	Nederlands
(ik) ontwikkelde	(ik) ontwikkelde
(jij) ontwikkelde/ontwikkelde	(jij) ontwikkelde/ontwikkelde
(hij/zij/het) ontwikkelde	(hij/zij/het) ontwikkelde
(wij) ontwikkelden	(wij) ontwikkelden
(jullie) ontwikkelden	(jullie) ontwikkelden
(zij) ontwikkelden	(zij) ontwikkelden

Nederlands	Nederlands
(ik) heb ontwikkeld	(ik) heb ontwikkeld
(jij) hebt ontwikkeld / hebt ontwikkeld	(jij) hebt ontwikkeld / hebt ontwikkeld
(hij/zij/het) heeft ontwikkeld	(hij/zij/het) heeft ontwikkeld
(wij) hebben ontwikkeld	(wij) hebben ontwikkeld
(jullie) hebben ontwikkeld	(jullie) hebben ontwikkeld
(zij) hebben ontwikkeld	(zij) hebben ontwikkeld

Nederlands	Nederlands
(ik) heb ontwikkeld	(ik) heb ontwikkeld
(jij) hebt ontwikkeld / hebt ontwikkeld	(jij) hebt ontwikkeld / hebt ontwikkeld
(hij/zij/het) heeft ontwikkeld	(hij/zij/het) heeft ontwikkeld
(wij) hebben ontwikkeld	(wij) hebben ontwikkeld
(jullie) hebben ontwikkeld	(jullie) hebben ontwikkeld
(zij) hebben ontwikkeld	(zij) hebben ontwikkeld

Nederlands	Nederlands
(ik) zal ontwikkelen	(ik) zal ontwikkelen
(jij) zult ontwikkelen / zal ontwikkelen	(jij) zult ontwikkelen / zal ontwikkelen
(hij/zij/het) zal ontwikkelen	(hij/zij/het) zal ontwikkelen
(wij) zullen ontwikkelen	(wij) zullen ontwikkelen
(jullie) zullen ontwikkelen	(jullie) zullen ontwikkelen
(zij) zullen ontwikkelen	(zij) zullen ontwikkelen

Nederlands	Nederlands
(ik) zal hebben ontwikkeld / zal ontwikkeld hebben	(ik) zal hebben ontwikkeld / zal ontwikkeld hebben
(jij) zal/zult hebben ontwikkeld / zal/zult ontwikkeld hebben	(jij) zal/zult hebben ontwikkeld / zal/zult ontwikkeld hebben
(hij/zij/het) zal hebben ontwikkeld / zal ontwikkeld hebben	(hij/zij/het) zal hebben ontwikkeld / zal ontwikkeld hebben
(wij) zullen hebben ontwikkeld / zullen ontwikkeld hebben	(wij) zullen hebben ontwikkeld / zullen ontwikkeld hebben
(jullie) zullen hebben ontwikkeld / zullen ontwikkeld hebben	(jullie) zullen hebben ontwikkeld / zullen ontwikkeld hebben
(zij) zullen hebben ontwikkeld / zullen ontwikkeld hebben	(zij) zullen hebben ontwikkeld / zullen ontwikkeld hebben

Conditionele wijs

Nederlands	Nederlands
(ik) zou hebben ontwikkeld	(ik) zou hebben ontwikkeld
(jij) zou hebben ontwikkeld / zou ontwikkeld hebben	(jij) zou hebben ontwikkeld / zou ontwikkeld hebben
(hij/zij/het) zou hebben ontwikkeld	(hij/zij/het) zou hebben ontwikkeld
(wij) zouden hebben ontwikkeld	(wij) zouden hebben ontwikkeld
(jullie) zouden hebben ontwikkeld	(jullie) zouden hebben ontwikkeld
(zij) zouden hebben ontwikkeld	(zij) zouden hebben ontwikkeld

Nederlands	Nederlands
ik zou ontwikkeld hebben	ik zou ontwikkeld hebben
jij zou ontwikkeld hebben / zou je ontwikkeld hebben	jij zou ontwikkeld hebben / zou je ontwikkeld hebben
(hij/zij/het) hij zou ontwikkeld hebben / zij zou ontwikkeld hebben / het zou ontwikkeld hebben	(hij/zij/het) hij zou ontwikkeld hebben / zij zou ontwikkeld hebben / het zou ontwikkeld hebben
wij zouden ontwikkeld hebben	wij zouden ontwikkeld hebben
jullie zouden ontwikkeld hebben	jullie zouden ontwikkeld hebben
zij zouden ontwikkeld hebben	zij zouden ontwikkeld hebben

Imperatief (gebiedende wijs)

Nederlands	Nederlands
Ontwikkel!	Ontwikkel!