A2.14: Universitaire opleiding

Universitair diploma

Woordenschat (13)

 Zakken (zakken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Zakken

Show

Zakken Show

 Slagen (slagen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Slagen

Show

Slagen Show

 Het college: Het college (Nederlands)

Het college

Show

Het college Show

 De cursus: De cursus (Nederlands)

De cursus

Show

De cursus Show

 De master: De master (Nederlands)

De master

Show

De master Show

 Het diploma: Het diploma (Nederlands)

Het diploma

Show

Het diploma Show

 De bachelor: De bachelor (Nederlands)

De bachelor

Show

De bachelor Show

 Ontwikkelen (ontwikkelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Ontwikkelen

Show

Ontwikkelen Show

 Het tentamen: Het tentamen (Nederlands)

Het tentamen

Show

Het tentamen Show

 De vaardigheid: De vaardigheid (Nederlands)

De vaardigheid

Show

De vaardigheid Show

 De stage: De stage (Nederlands)

De stage

Show

De stage Show

 De stagiair: De stagiair (Nederlands)

De stagiair

Show

De stagiair Show

 Afstuderen (afstuderen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Afstuderen

Show

Afstuderen Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Wanneer ben je geslaagd voor de middelbare school (en de universiteit)? (Wanneer ben je geslaagd voor de middelbare school (en universiteit)?)
  2. Welke stages heb je gedaan tijdens je studie? (Welke stages heb je gedaan tijdens je studie?)
  3. Wat zijn je onderwijsplannen? (Wat zijn je onderwijsplannen?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Ik ben in 2019 afgestudeerd van de middelbare school. Ik studeer momenteel nog aan de universiteit.

Ik ben in 2012 geslaagd voor de middelbare school en heb in 2016 mijn universitaire opleiding afgerond.

Ik heb twee maanden op een kantoor gewerkt. Ik heb over computers geleerd.

Ik heb een zomerstage gelopen op een school. Ik hielp de leraar.

Ik heb eerder niet gestudeerd, maar nu wil ik leren. Ik ga avondlessen volgen.

Ik zal enkele cursussen volgen zodat ik meer verantwoordelijkheid op het werk kan nemen.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Vorige week begon ik met de masteropleiding aan de universiteit.
De stagiair heeft veel nieuwe vaardigheden geleerd tijdens zijn stage bij het bedrijf.
Gisteren slaagde ik voor het tentamen dat moeilijker was dan verwacht.
Toen ik studeerde, volgde ik elke dag minstens één college op de faculteit.

Oefening 4: Clusteren van woorden

Instructie: Slaap de woorden naar de juiste categorie: studietijd of activiteiten rondom je studie.

Studietijd: opleiding en examens

Activiteiten buiten de les tijdens je studie

Oefening 5: Tijdsaanduidingen bij onvoltooid verleden tijd (gisteren, vorige week)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Tijdsaanduidingen bij onvoltooid verleden tijd (gisteren, vorige week)

Toon vertaling Toon antwoorden

had, was, begon, slaagde, studeerde, volgde, droomde, zakte

1. Zakken:
Vorige week ... hij voor het tentamen.
(Vorige week zakte hij voor het tentamen.)
2. Zijn:
Toen ik stagiair ..., leerde ik veel nieuwe vaardigheden.
(Toen ik stagiair was, leerde ik veel nieuwe vaardigheden.)
3. Volgen:
Op maandag ... ik een interessante cursus.
(Op maandag volgde ik een interessante cursus.)
4. Beginnen:
Vorige maand ... mijn stage in het ziekenhuis.
(Vorige maand begon mijn stage in het ziekenhuis.)
5. Dromen:
Toen ik klein was, ... ik van een diploma.
(Toen ik klein was, droomde ik van een diploma.)
6. Studeren:
Hij ... vroeger aan de universiteit van Utrecht.
(Hij studeerde vroeger aan de universiteit van Utrecht.)
7. Slagen:
Eerder dit jaar ... ik voor het tentamen.
(Eerder dit jaar slaagde ik voor het tentamen.)
8. Hebben:
Ze ... gisteren een afspraak met het college.
(Ze had gisteren een afspraak met het college.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A2.14.1 Grammatica

Tijdsaanduidingen bij onvoltooid verleden tijd (gisteren, vorige week)

Tijdsaanduidingen bij onvoltooid verleden tijd (gisteren, vorige week)


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Zakken zakken

Onvoltooid verleden tijd (OVT)

Nederlands Nederlands
(ik) zakte (ik) zakte
(jij) zakte / zaktest (jij) zakte / zaktest
(hij/zij/het) zakte (hij/zij/het) zakte
(wij) zakten (wij) zakten
(jullie) zakten (jullie) zakten
(zij) zakten (zij) zakten

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Slagen slagen

Onvoltooid verleden tijd (OVT)

Nederlands Nederlands
(ik) slaagde (ik) slaagde
(jij) slaagde/slaagde (jij) slaagde/slaagde
(hij/zij/het) slaagde (hij/zij/het) slaagde
(wij) slaagden (wij) slaagden
(jullie) slaagden (jullie) slaagden
(zij) slaagden (zij) slaagden

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏