Passen (passen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van passen (passen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Passen (Passen) |
Gepast (Gepast) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik pas |
ik pas |
jij past |
jij past |
hij/zij/het past |
hij/zij/het past |
wij passen |
wij passen |
jullie passen |
jullie passen |
zij passen |
zij passen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik paste |
ik paste |
jij paste |
jij paste |
hij/zij/het paste |
hij/zij/het paste |
wij pasten |
wij pasten |
jullie pasten |
jullie pasten |
zij pasten |
zij pasten |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb gepast |
ik heb gepast |
jij hebt/heb gepast |
jij hebt/heb gepast |
hij/zij/het heeft gepast |
hij/zij/het heeft gepast |
wij hebben gepast |
wij hebben gepast |
jullie hebben gepast |
jullie hebben gepast |
zij hebben gepast |
zij hebben gepast |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb gepast |
ik heb gepast |
jij hebt/gepast |
jij hebt/gepast |
hij/zij/het heeft gepast |
hij/zij/het heeft gepast |
wij hebben gepast |
wij hebben gepast |
jullie hebben gepast |
jullie hebben gepast |
zij hebben gepast |
zij hebben gepast |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal passen |
ik zal passen |
jij zult passen/zal passen |
jij zult passen/zal passen |
hij/zij/het zal passen |
hij/zij/het zal passen |
wij zullen passen |
wij zullen passen |
jullie zullen passen |
jullie zullen passen |
zij zullen passen |
zij zullen passen |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal gepast hebben |
ik zal gepast hebben |
jij zult/zal gepast hebben |
jij zult/zal gepast hebben |
hij/zij/het zal gepast hebben |
hij/zij/het zal gepast hebben |
wij zullen gepast hebben |
wij zullen gepast hebben |
jullie zullen gepast hebben |
jullie zullen gepast hebben |
zij zullen gepast hebben |
zij zullen gepast hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou passen |
ik zou passen |
jij zou passen |
jij zou passen |
hij/zij/het zou passen |
hij/zij/het zou passen |
wij zouden passen |
wij zouden passen |
jullie zouden passen |
jullie zouden passen |
zij zouden passen |
zij zouden passen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou gepast hebben |
ik zou gepast hebben |
jij zou gepast hebben |
jij zou gepast hebben |
hij/zij/het zou gepast hebben |
hij/zij/het zou gepast hebben |
wij zouden gepast hebben |
wij zouden gepast hebben |
jullie zouden gepast hebben |
jullie zouden gepast hebben |
zij zouden gepast hebben |
zij zouden gepast hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Pas! |
Pas! |
|