Renoveren (renoveren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van renoveren (renoveren) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Renoveren (Renoveren) |
Gerenoveerd (Gerenoveerd) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) renoveer |
(ik) renoveer |
(jij) renoveert/renoveer |
(jij) renoveert/renoveer |
(hij/zij/het) renoveert |
(hij/zij/het) renoveert |
(wij) renoveren |
(wij) renoveren |
(jullie) renoveren |
(jullie) renoveren |
(zij) renoveren |
(zij) renoveren |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) renoveerde |
(ik) renoveerde |
(jij) renoveerde/renoveerde |
(jij) renoveerde/renoveerde |
(hij/zij/het) renoveerde |
(hij/zij/het) renoveerde |
(wij) renoveerden |
(wij) renoveerden |
(jullie) renoveerden |
(jullie) renoveerden |
(zij) renoveerden |
(zij) renoveerden |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb gerenoveerd |
ik heb gerenoveerd |
jij hebt gerenoveerd / heb jij gerenoveerd |
jij hebt gerenoveerd / heb jij gerenoveerd |
hij/zij/het heeft gerenoveerd |
hij/zij/het heeft gerenoveerd |
wij hebben gerenoveerd |
wij hebben gerenoveerd |
jullie hebben gerenoveerd |
jullie hebben gerenoveerd |
zij hebben gerenoveerd |
zij hebben gerenoveerd |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gerenoveerd |
(ik) heb gerenoveerd |
(jij) hebt gerenoveerd / hebt gerenoveerd? |
(jij) hebt gerenoveerd / hebt gerenoveerd? |
(hij/zij/het) heeft gerenoveerd |
(hij/zij/het) heeft gerenoveerd |
(wij) hebben gerenoveerd |
(wij) hebben gerenoveerd |
(jullie) hebben gerenoveerd |
(jullie) hebben gerenoveerd |
(zij) hebben gerenoveerd |
(zij) hebben gerenoveerd |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal renoveren |
(ik) zal renoveren |
(jij) zult renoveren / zul je renoveren |
(jij) zult renoveren / zul je renoveren |
(hij/zij/het) zal renoveren |
(hij/zij/het) zal renoveren |
(wij) zullen renoveren |
(wij) zullen renoveren |
(jullie) zullen renoveren |
(jullie) zullen renoveren |
(zij) zullen renoveren |
(zij) zullen renoveren |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal gerenoveerd hebben |
(ik) zal gerenoveerd hebben |
(jij) zal gerenoveerd hebben / zul gerenoveerd hebben |
(jij) zal gerenoveerd hebben / zul gerenoveerd hebben |
(hij/zij/het) zal gerenoveerd hebben |
(hij/zij/het) zal gerenoveerd hebben |
(wij) zullen gerenoveerd hebben |
(wij) zullen gerenoveerd hebben |
(jullie) zullen gerenoveerd hebben |
(jullie) zullen gerenoveerd hebben |
(zij) zullen gerenoveerd hebben |
(zij) zullen gerenoveerd hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou renoveren |
ik zou renoveren |
jij zou renoveren |
jij zou renoveren |
hij/zij/het zou renoveren |
hij/zij/het zou renoveren |
wij zouden renoveren |
wij zouden renoveren |
jullie zouden renoveren |
jullie zouden renoveren |
zij zouden renoveren |
zij zouden renoveren |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou gerenoveerd hebben |
ik zou gerenoveerd hebben |
jij zou gerenoveerd hebben |
jij zou gerenoveerd hebben |
hij/zij/het zou gerenoveerd hebben |
hij/zij/het zou gerenoveerd hebben |
wij zouden gerenoveerd hebben |
wij zouden gerenoveerd hebben |
jullie zouden gerenoveerd hebben |
jullie zouden gerenoveerd hebben |
zij zouden gerenoveerd hebben |
zij zouden gerenoveerd hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Renoveer! |
Renoveer! |
|