Woordenschat (14) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Huur jij de woning of het huis waarin je woont of heb je het gekocht? (Huur je het appartement of huis waar je woont, of heb je het gekocht?)
- Moest u uw huis renoveren? Hoe lang heeft dat geduurd? (Moest u uw huis renoveren? Hoe lang heeft dat geduurd?)
- Was uw huis gemeubileerd of leeg toen u erin trok? (Was uw huis gemeubileerd of leeg toen u er introk?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Ik huur mijn appartement. Maar ik zal binnenkort een huis kopen. |
Ik heb ons huis 2 jaar geleden samen met mijn partner gekocht. |
We moesten bijna het hele huis renoveren. Het kostte ons meer dan een jaar. |
Mijn appartement was net gerenoveerd toen ik het kocht en erin trok. |
Het appartement was volledig gemeubileerd toen ik er introk. |
Sommige kamers in het huis waren gemeubileerd, andere niet. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 4: Clusteren van woorden
Instructie: Sleep de woorden naar de juiste categorie: woorden die je gebruikt bij het kopen van een huis en woorden die je gebruikt bij het huren van een huis.
Een huis kopen
Een huis huren
Oefening 5: Onvoltooid verleden toekomende tijd
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Onvoltooid verleden toekomende tijd
Toon vertaling Toon antwoordenzou ondertekenen, zouden, zou huren, betalen, zou bellen, zou, kopen, zijn, zou bevestigen
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Huren huren Delen Gekopieerd!
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik zou huren | ik zou huren |
jij zou huren | jij zou huren |
hij/zij/het zou huren | hij/zij/het zou huren |
wij zouden huren | wij zouden huren |
jullie zouden huren | jullie zouden huren |
zij zouden huren | zij zouden huren |
Kopen kopen Delen Gekopieerd!
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik zou kopen | ik zou kopen |
jij zou kopen | jij zou kopen |
hij/zij/het zou kopen | hij/zij/het zou kopen |
wij zouden kopen | wij zouden kopen |
jullie zouden kopen | jullie zouden kopen |
zij zouden kopen | zij zouden kopen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.