Schrijven (schrijven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van schrijven (schrijven) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Schrijven (Schrijven) |
Geschreven (Geschreven) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik schrijf |
ik schrijf |
jij schrijft |
jij schrijft |
hij/zij/het schrijft |
hij/zij/het schrijft |
wij schrijven |
wij schrijven |
jullie schrijven |
jullie schrijven |
zij schrijven |
zij schrijven |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik schreef |
ik schreef |
jij schreef |
jij schreef |
hij/zij/het schreef |
hij/zij/het schreef |
wij schreven |
wij schreven |
jullie schreven |
jullie schreven |
zij schreven |
zij schreven |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb geschreven |
ik heb geschreven |
jij hebt/hef geschreven |
jij hebt/hef geschreven |
hij/zij/het heeft geschreven |
hij/zij/het heeft geschreven |
wij hebben geschreven |
wij hebben geschreven |
jullie hebben geschreven |
jullie hebben geschreven |
zij hebben geschreven |
zij hebben geschreven |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb geschreven |
ik heb geschreven |
jij hebt/heb geschreven |
jij hebt/heb geschreven |
hij/zij/het heeft geschreven |
hij/zij/het heeft geschreven |
wij hebben geschreven |
wij hebben geschreven |
jullie hebben geschreven |
jullie hebben geschreven |
zij hebben geschreven |
zij hebben geschreven |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal geschreven hebben |
ik zal geschreven hebben |
jij zult geschreven hebben |
jij zult geschreven hebben |
hij/zij/het zal geschreven hebben |
hij/zij/het zal geschreven hebben |
wij zullen geschreven hebben |
wij zullen geschreven hebben |
jullie zullen geschreven hebben |
jullie zullen geschreven hebben |
zij zullen geschreven hebben |
zij zullen geschreven hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zal/zou geschreven hebben |
ik zal/zou geschreven hebben |
jij zult/zou geschreven hebben |
jij zult/zou geschreven hebben |
hij/zij/het zal/zou geschreven hebben |
hij/zij/het zal/zou geschreven hebben |
wij zullen/zouden geschreven hebben |
wij zullen/zouden geschreven hebben |
jullie zullen/zouden geschreven hebben |
jullie zullen/zouden geschreven hebben |
zij zullen/zouden geschreven hebben |
zij zullen/zouden geschreven hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou schrijven |
ik zou schrijven |
jij zou schrijven |
jij zou schrijven |
hij/zij/het zou schrijven |
hij/zij/het zou schrijven |
wij zouden schrijven |
wij zouden schrijven |
jullie zouden schrijven |
jullie zouden schrijven |
zij zouden schrijven |
zij zouden schrijven |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou geschreven hebben |
ik zou geschreven hebben |
jij zou geschreven hebben |
jij zou geschreven hebben |
hij/zij/het zou geschreven hebben |
hij/zij/het zou geschreven hebben |
wij zouden geschreven hebben |
wij zouden geschreven hebben |
jullie zouden geschreven hebben |
jullie zouden geschreven hebben |
zij zouden geschreven hebben |
zij zouden geschreven hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Schrijf! |
Schrijf! |
|