Slagen (slagen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van slagen (slagen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Slagen (Slagen) |
Geslaagd (Geslaagd) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) slaag |
(ik) slaag |
(jij) slaagt/slaag |
(jij) slaagt/slaag |
(hij/zij/het) slaag(t) |
(hij/zij/het) slaag(t) |
(wij) slagen |
(wij) slagen |
(jullie) slagen |
(jullie) slagen |
(zij) slagen |
(zij) slagen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) slaagde |
(ik) slaagde |
(jij) slaagde/slaagdest |
(jij) slaagde/slaagdest |
(hij/zij/het) slaagde |
(hij/zij/het) slaagde |
(wij) slaagden |
(wij) slaagden |
(jullie) slaagden |
(jullie) slaagden |
(zij) slaagden |
(zij) slaagden |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb geslaagd |
(ik) heb geslaagd |
(jij) hebt geslaagd / bent geslaagd |
(jij) hebt geslaagd / bent geslaagd |
(hij/zij/het) heeft geslaagd |
(hij/zij/het) heeft geslaagd |
(wij) hebben geslaagd |
(wij) hebben geslaagd |
(jullie) hebben geslaagd |
(jullie) hebben geslaagd |
(zij) hebben geslaagd |
(zij) hebben geslaagd |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) ben geslaagd / heb geslaagd |
(ik) ben geslaagd / heb geslaagd |
(jij) bent geslaagd / hebt geslaagd |
(jij) bent geslaagd / hebt geslaagd |
(hij/zij/het) is geslaagd / heeft geslaagd |
(hij/zij/het) is geslaagd / heeft geslaagd |
(wij) zijn geslaagd / hebben geslaagd |
(wij) zijn geslaagd / hebben geslaagd |
(jullie) zijn geslaagd / hebben geslaagd |
(jullie) zijn geslaagd / hebben geslaagd |
(zij) zijn geslaagd / hebben geslaagd |
(zij) zijn geslaagd / hebben geslaagd |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal slagen |
(ik) zal slagen |
(jij) zal slagen / zult slagen |
(jij) zal slagen / zult slagen |
(hij/zij/het) zal slagen |
(hij/zij/het) zal slagen |
(wij) zullen slagen |
(wij) zullen slagen |
(jullie) zullen slagen |
(jullie) zullen slagen |
(zij) zullen slagen |
(zij) zullen slagen |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal zijn geslaagd/zal geslaagd zijn |
(ik) zal zijn geslaagd/zal geslaagd zijn |
(jij) zal zijn geslaagd/zult geslaagd zijn |
(jij) zal zijn geslaagd/zult geslaagd zijn |
(hij/zij/het) zal zijn geslaagd/zult geslaagd zijn |
(hij/zij/het) zal zijn geslaagd/zult geslaagd zijn |
(wij) zullen zijn geslaagd/zullen geslaagd zijn |
(wij) zullen zijn geslaagd/zullen geslaagd zijn |
(jullie) zullen zijn geslaagd/zullen geslaagd zijn |
(jullie) zullen zijn geslaagd/zullen geslaagd zijn |
(zij) zullen zijn geslaagd/zullen geslaagd zijn |
(zij) zullen zijn geslaagd/zullen geslaagd zijn |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou zijn geslaagd |
(ik) zou zijn geslaagd |
(jij) zou zijn geslaagd |
(jij) zou zijn geslaagd |
(hij/zij/het) zou zijn geslaagd |
(hij/zij/het) zou zijn geslaagd |
(wij) zouden zijn geslaagd |
(wij) zouden zijn geslaagd |
(jullie) zouden zijn geslaagd |
(jullie) zouden zijn geslaagd |
(zij) zouden zijn geslaagd |
(zij) zouden zijn geslaagd |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou geslaagd zijn |
(ik) zou geslaagd zijn |
(jij) zou geslaagd zijn |
(jij) zou geslaagd zijn |
(hij/zij/het) zou geslaagd zijn |
(hij/zij/het) zou geslaagd zijn |
(wij) zouden geslaagd zijn |
(wij) zouden geslaagd zijn |
(jullie) zouden geslaagd zijn |
(jullie) zouden geslaagd zijn |
(zij) zouden geslaagd zijn |
(zij) zouden geslaagd zijn |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Sla! |
Sla! |
|