Snijden (snijden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van snijden (snijden) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Snijden (Snijden) |
Gesneden (Gesneden) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) snijd |
(ik) snijd |
(jij) snijdt/snij |
(jij) snijdt/snij |
(hij/zij/het) snijdt |
(hij/zij/het) snijdt |
(wij) snijden |
(wij) snijden |
(jullie) snijden |
(jullie) snijden |
(zij) snijden |
(zij) snijden |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) sneed |
(ik) sneed |
(jij) sneed |
(jij) sneed |
(hij/zij/het) sneed |
(hij/zij/het) sneed |
(wij) sneden |
(wij) sneden |
(jullie) sneden |
(jullie) sneden |
(zij) sneden |
(zij) sneden |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gesneden |
(ik) heb gesneden |
(jij) hebt/gesneden |
(jij) hebt/gesneden |
(hij/zij/het) heeft gesneden |
(hij/zij/het) heeft gesneden |
(wij) hebben gesneden |
(wij) hebben gesneden |
(jullie) hebben gesneden |
(jullie) hebben gesneden |
(zij) hebben gesneden |
(zij) hebben gesneden |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gesneden |
(ik) heb gesneden |
(jij) hebt gesneden |
(jij) hebt gesneden |
(hij/zij/het) heeft gesneden |
(hij/zij/het) heeft gesneden |
(wij) hebben gesneden |
(wij) hebben gesneden |
(jullie) hebben gesneden |
(jullie) hebben gesneden |
(zij) hebben gesneden |
(zij) hebben gesneden |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal gesneden hebben |
(ik) zal gesneden hebben |
(jij) zult/zal gesneden hebben |
(jij) zult/zal gesneden hebben |
(hij/zij/het) zal gesneden hebben |
(hij/zij/het) zal gesneden hebben |
(wij) zullen gesneden hebben |
(wij) zullen gesneden hebben |
(jullie) zullen gesneden hebben |
(jullie) zullen gesneden hebben |
(zij) zullen gesneden hebben |
(zij) zullen gesneden hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal/zou gesneden hebben |
(ik) zal/zou gesneden hebben |
(jij) zult/zul gesneden hebben |
(jij) zult/zul gesneden hebben |
(hij/zij/het) zal/zou gesneden hebben |
(hij/zij/het) zal/zou gesneden hebben |
(wij) zullen/zouden gesneden hebben |
(wij) zullen/zouden gesneden hebben |
(jullie) zullen/zouden gesneden hebben |
(jullie) zullen/zouden gesneden hebben |
(zij) zullen/zouden gesneden hebben |
(zij) zullen/zouden gesneden hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou hebben gesneden |
(ik) zou hebben gesneden |
(jij) zou hebben gesneden |
(jij) zou hebben gesneden |
(hij/zij/het) zou hebben gesneden |
(hij/zij/het) zou hebben gesneden |
(wij) zouden hebben gesneden |
(wij) zouden hebben gesneden |
(jullie) zouden hebben gesneden |
(jullie) zouden hebben gesneden |
(zij) zouden hebben gesneden |
(zij) zouden hebben gesneden |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou gesneden hebben |
(ik) zou gesneden hebben |
(jij) zou gesneden hebben |
(jij) zou gesneden hebben |
(hij/zij/het) zou gesneden hebben |
(hij/zij/het) zou gesneden hebben |
(wij) zouden gesneden hebben |
(wij) zouden gesneden hebben |
(jullie) zouden gesneden hebben |
(jullie) zouden gesneden hebben |
(zij) zouden gesneden hebben |
(zij) zouden gesneden hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Snijd! |
Snijd! |
|