Stappen (stappen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van stappen (stappen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Stappen (Stappen) |
Gestapt (Gestapt) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) stap |
(ik) stap |
(jij) stapt / stap |
(jij) stapt / stap |
(hij/zij/het) stapt |
(hij/zij/het) stapt |
(wij) stappen |
(wij) stappen |
(jullie) stappen |
(jullie) stappen |
(zij) stappen |
(zij) stappen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) stapte |
(ik) stapte |
(jij) stapte/stapte |
(jij) stapte/stapte |
(hij/zij/het) stapte |
(hij/zij/het) stapte |
(wij) stapten |
(wij) stapten |
(jullie) stapten |
(jullie) stapten |
(zij) stapten |
(zij) stapten |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik ben gestapt |
ik ben gestapt |
jij bent gestapt / ben jij gestapt |
jij bent gestapt / ben jij gestapt |
hij/zij/het is gestapt |
hij/zij/het is gestapt |
wij zijn gestapt |
wij zijn gestapt |
jullie zijn gestapt |
jullie zijn gestapt |
zij zijn gestapt |
zij zijn gestapt |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gestapt |
(ik) heb gestapt |
(jij) hebt gestapt / hebt gestapt |
(jij) hebt gestapt / hebt gestapt |
(hij/zij/het) heeft gestapt |
(hij/zij/het) heeft gestapt |
(wij) hebben gestapt |
(wij) hebben gestapt |
(jullie) hebben gestapt |
(jullie) hebben gestapt |
(zij) hebben gestapt |
(zij) hebben gestapt |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal stappen |
(ik) zal stappen |
(jij) zal stappen / zult stappen |
(jij) zal stappen / zult stappen |
(hij/zij/het) zal stappen |
(hij/zij/het) zal stappen |
(wij) zullen stappen |
(wij) zullen stappen |
(jullie) zullen stappen |
(jullie) zullen stappen |
(zij) zullen stappen |
(zij) zullen stappen |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal gestapt hebben |
(ik) zal gestapt hebben |
(jij) zal gestapt hebben/zult gestapt hebben |
(jij) zal gestapt hebben/zult gestapt hebben |
(hij/zij/het) zal gestapt hebben |
(hij/zij/het) zal gestapt hebben |
(wij) zullen gestapt hebben |
(wij) zullen gestapt hebben |
(jullie) zullen gestapt hebben |
(jullie) zullen gestapt hebben |
(zij) zullen gestapt hebben |
(zij) zullen gestapt hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou zijn gestapt |
(ik) zou zijn gestapt |
(jij) zou zijn gestapt |
(jij) zou zijn gestapt |
(hij/zij/het) zou zijn gestapt |
(hij/zij/het) zou zijn gestapt |
(wij) zouden zijn gestapt |
(wij) zouden zijn gestapt |
(jullie) zouden zijn gestapt |
(jullie) zouden zijn gestapt |
(zij) zouden zijn gestapt |
(zij) zouden zijn gestapt |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou gestapt zijn |
ik zou gestapt zijn |
jij zou gestapt zijn / zou gestorven zijn |
jij zou gestapt zijn / zou gestorven zijn |
(hij/zij/het) hij zou gestapt zijn / zou gestorven zijn |
(hij/zij/het) hij zou gestapt zijn / zou gestorven zijn |
wij zouden gestapt zijn |
wij zouden gestapt zijn |
jullie zouden gestapt zijn |
jullie zouden gestapt zijn |
zij zouden gestapt zijn |
zij zouden gestapt zijn |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Stappen! |
Stappen! |
|