Stelen (stelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van stelen (stelen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Stelen (Stelen) |
Gestolen (Gestolen) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) steel |
(ik) steel |
(jij) steelt |
(jij) steelt |
(hij/zij/het) steelt |
(hij/zij/het) steelt |
(wij) stelen |
(wij) stelen |
(jullie) stelen |
(jullie) stelen |
(zij) stelen |
(zij) stelen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) steelde / stak / stierf |
(ik) steelde / stak / stierf |
(jij) steelde / stak / stierf |
(jij) steelde / stak / stierf |
(hij/zij/het) steelde / stak / stierf |
(hij/zij/het) steelde / stak / stierf |
(wij) steelden / staken / stierven |
(wij) steelden / staken / stierven |
(jullie) steelden / staken / stierven |
(jullie) steelden / staken / stierven |
(zij) steelden / staken / stierven |
(zij) steelden / staken / stierven |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb gestolen |
ik heb gestolen |
jij hebt gestolen/jij hebt gestolen |
jij hebt gestolen/jij hebt gestolen |
hij/zij/het heeft gestolen |
hij/zij/het heeft gestolen |
wij hebben gestolen |
wij hebben gestolen |
jullie hebben gestolen |
jullie hebben gestolen |
zij hebben gestolen |
zij hebben gestolen |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb gestolen |
ik heb gestolen |
jij hebt gestolen / heb je gestolen |
jij hebt gestolen / heb je gestolen |
(hij/zij/het) hij heeft gestolen |
(hij/zij/het) hij heeft gestolen |
wij hebben gestolen |
wij hebben gestolen |
jullie hebben gestolen |
jullie hebben gestolen |
zij hebben gestolen |
zij hebben gestolen |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal gestolen hebben |
(ik) zal gestolen hebben |
(jij) zal gestolen hebben / zult gestolen hebben |
(jij) zal gestolen hebben / zult gestolen hebben |
(hij/zij/het) zal gestolen hebben |
(hij/zij/het) zal gestolen hebben |
(wij) zullen gestolen hebben |
(wij) zullen gestolen hebben |
(jullie) zullen gestolen hebben |
(jullie) zullen gestolen hebben |
(zij) zullen gestolen hebben |
(zij) zullen gestolen hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal gestolen hebben |
(ik) zal gestolen hebben |
(jij) zal gestolen hebben / zul gestolen hebben |
(jij) zal gestolen hebben / zul gestolen hebben |
(hij/zij/het) zal gestolen hebben |
(hij/zij/het) zal gestolen hebben |
(wij) zullen gestolen hebben |
(wij) zullen gestolen hebben |
(jullie) zullen gestolen hebben |
(jullie) zullen gestolen hebben |
(zij) zullen gestolen hebben |
(zij) zullen gestolen hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou gestolen hebben |
(ik) zou gestolen hebben |
(jij) zou gestolen hebben |
(jij) zou gestolen hebben |
(hij/zij/het) zou gestolen hebben |
(hij/zij/het) zou gestolen hebben |
(wij) zouden gestolen hebben |
(wij) zouden gestolen hebben |
(jullie) zouden gestolen hebben |
(jullie) zouden gestolen hebben |
(zij) zouden gestolen hebben |
(zij) zouden gestolen hebben |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou gestolen hebben |
ik zou gestolen hebben |
jij zou gestolen hebben |
jij zou gestolen hebben |
hij/zij/het zou gestolen hebben |
hij/zij/het zou gestolen hebben |
wij zouden gestolen hebben |
wij zouden gestolen hebben |
jullie zouden gestolen hebben |
jullie zouden gestolen hebben |
zij zouden gestolen hebben |
zij zouden gestolen hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Steel! |
Steel! |
|