10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Tekenen (tekenen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van tekenen (tekenen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Tekenen (tekenen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A1

Module 6: De stad en het dorp (De stad en het dorp)

Les 41: Hobby's beschrijven (Hobby's beschrijven)

Infinitief Voltooid deelwoord
Tekenen (Tekenen) Getekend (Getekend)

Werkwoordsvormen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) teken (ik) teken
(jij) tekent (jij) tekent
(hij/zij/het) tekent (hij/zij/het) tekent
(wij) tekenen (wij) tekenen
(jullie) tekenen (jullie) tekenen
(zij) tekenen (zij) tekenen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Nederlands Nederlands
(ik) tekende (ik) tekende
(jij) tekende (jij) tekende
(hij/zij/het) tekende (hij/zij/het) tekende
(wij) tekenden (wij) tekenden
(jullie) tekenden (jullie) tekenden
(zij) tekenden (zij) tekenden

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) heb getekend (ik) heb getekend
(jij) hebt/getekend/getekend (jij) hebt/getekend/getekend
(hij/zij/het) heeft getekend (hij/zij/het) heeft getekend
(wij) hebben getekend (wij) hebben getekend
(jullie) hebben getekend (jullie) hebben getekend
(zij) hebben getekend (zij) hebben getekend

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Nederlands Nederlands
(ik) heb getekend (ik) heb getekend
(jij) hebt getekend (jij) hebt getekend
(hij/zij/het) heeft getekend (hij/zij/het) heeft getekend
(wij) hebben getekend (wij) hebben getekend
(jullie) hebben getekend (jullie) hebben getekend
(zij) hebben getekend (zij) hebben getekend

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Nederlands Nederlands
(ik) zal getekend hebben (ik) zal getekend hebben
(jij) zult getekend hebben (jij) zult getekend hebben
(hij/zij/het) zal getekend hebben (hij/zij/het) zal getekend hebben
(wij) zullen getekend hebben (wij) zullen getekend hebben
(jullie) zullen getekend hebben (jullie) zullen getekend hebben
(zij) zullen getekend hebben (zij) zullen getekend hebben

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Nederlands Nederlands
(ik) zal hebben getekend (ik) zal hebben getekend
(jij) zult/zal hebben getekend (jij) zult/zal hebben getekend
(hij/zij/het) zal hebben getekend (hij/zij/het) zal hebben getekend
(wij) zullen hebben getekend (wij) zullen hebben getekend
(jullie) zullen hebben getekend (jullie) zullen hebben getekend
(zij) zullen hebben getekend (zij) zullen hebben getekend
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) zou tekenen (ik) zou tekenen
(jij) zou tekenen (jij) zou tekenen
(hij/zij/het) zou tekenen (hij/zij/het) zou tekenen
(wij) zouden tekenen (wij) zouden tekenen
(jullie) zouden tekenen (jullie) zouden tekenen
(zij) zouden tekenen (zij) zouden tekenen

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Nederlands Nederlands
(ik) zou getekend hebben (ik) zou getekend hebben
(jij) zou getekend hebben (jij) zou getekend hebben
(hij/zij/het) zou getekend hebben (hij/zij/het) zou getekend hebben
(wij) zouden getekend hebben (wij) zouden getekend hebben
(jullie) zouden getekend hebben (jullie) zouden getekend hebben
(zij) zouden getekend hebben (zij) zouden getekend hebben
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Nederlands Nederlands
Teken! Teken!