Tonen (tonen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van tonen (tonen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Tonen (Tonen) |
Getoond (Getoond) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) toon |
(ik) toon |
(jij) toont/toon |
(jij) toont/toon |
(hij/zij/het) toont |
(hij/zij/het) toont |
(wij) tonen |
(wij) tonen |
(jullie) tonen |
(jullie) tonen |
(zij) tonen |
(zij) tonen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) toonde |
(ik) toonde |
(jij) toonde/toont |
(jij) toonde/toont |
(hij/zij/het) toonde |
(hij/zij/het) toonde |
(wij) toonden |
(wij) toonden |
(jullie) toonden |
(jullie) toonden |
(zij) toonden |
(zij) toonden |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb getoond |
(ik) heb getoond |
(jij) hebt getoond / hebt getoond |
(jij) hebt getoond / hebt getoond |
(hij/zij/het) heeft getoond |
(hij/zij/het) heeft getoond |
(wij) hebben getoond |
(wij) hebben getoond |
(jullie) hebben getoond |
(jullie) hebben getoond |
(zij) hebben getoond |
(zij) hebben getoond |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb getoond |
(ik) heb getoond |
(jij) hebt getoond / hebt getoond |
(jij) hebt getoond / hebt getoond |
(hij/zij/het) heeft getoond |
(hij/zij/het) heeft getoond |
(wij) hebben getoond |
(wij) hebben getoond |
(jullie) hebben getoond |
(jullie) hebben getoond |
(zij) hebben getoond |
(zij) hebben getoond |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal tonen |
(ik) zal tonen |
(jij) zal tonen / zult tonen |
(jij) zal tonen / zult tonen |
(hij/zij/het) zal tonen |
(hij/zij/het) zal tonen |
(wij) zullen tonen |
(wij) zullen tonen |
(jullie) zullen tonen |
(jullie) zullen tonen |
(zij) zullen tonen |
(zij) zullen tonen |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal getoond hebben |
(ik) zal getoond hebben |
(jij) zal getoond hebben / zult getoond hebben |
(jij) zal getoond hebben / zult getoond hebben |
(hij/zij/het) zal getoond hebben |
(hij/zij/het) zal getoond hebben |
(wij) zullen getoond hebben |
(wij) zullen getoond hebben |
(jullie) zullen getoond hebben |
(jullie) zullen getoond hebben |
(zij) zullen getoond hebben |
(zij) zullen getoond hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou tonen |
ik zou tonen |
jij zou tonen / zou jij tonen |
jij zou tonen / zou jij tonen |
(hij/zij/het) hij zou tonen / zij zou tonen / het zou tonen |
(hij/zij/het) hij zou tonen / zij zou tonen / het zou tonen |
wij zouden tonen |
wij zouden tonen |
jullie zouden tonen |
jullie zouden tonen |
zij zouden tonen |
zij zouden tonen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik zou getoond hebben |
ik zou getoond hebben |
jij zou getoond hebben / zou getoond hebben |
jij zou getoond hebben / zou getoond hebben |
(hij/zij/het) hij zou getoond hebben |
(hij/zij/het) hij zou getoond hebben |
wij zouden getoond hebben |
wij zouden getoond hebben |
jullie zouden getoond hebben |
jullie zouden getoond hebben |
zij zouden getoond hebben |
zij zouden getoond hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Toon! |
Toon! |
|