Woordenschat (17) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Sleep de woorden naar de juiste categorie: "Natuurlijke elementen" of "Oriëntatie en kaart".
Natuurlijke elementen
Oriëntatie en kaart
Oefening 4: Wederkerig voornaamwoord (elkaar, elkaars)
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Wederkerig voornaamwoord (elkaar, elkaars)
Toon vertaling Toon antwoordenelkaars, elkaar
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A2.19.1 Grammatica
Wederkerig voornaamwoord (elkaar, elkaars)
Wederkerig voornaamwoord (elkaar, elkaars)
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Veranderen veranderen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) zal veranderen | (ik) zal veranderen |
(jij) zal veranderen / zul veranderen | (jij) zal veranderen / zul veranderen |
(hij/zij/het) zal veranderen | (hij/zij/het) zal veranderen |
(wij) zullen veranderen | (wij) zullen veranderen |
(jullie) zullen veranderen | (jullie) zullen veranderen |
(zij) zullen veranderen | (zij) zullen veranderen |
Tonen tonen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) zal tonen | (ik) zal tonen |
(jij) zal tonen / zult tonen | (jij) zal tonen / zult tonen |
(hij/zij/het) zal tonen | (hij/zij/het) zal tonen |
(wij) zullen tonen | (wij) zullen tonen |
(jullie) zullen tonen | (jullie) zullen tonen |
(zij) zullen tonen | (zij) zullen tonen |
Observeren observeren Delen Gekopieerd!
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) observeerde | (ik) observeerde |
(jij) observeerde/observeerde | (jij) observeerde/observeerde |
(hij/zij/het) observeerde | (hij/zij/het) observeerde |
(wij) observeerden | (wij) observeerden |
(jullie) observeerden | (jullie) observeerden |
(zij) observeerden | (zij) observeerden |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.