Uitnodigen (uitnodigen) - Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Voltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Uitnodigen - Vervoeging van Uitnodigen in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, indicatieve wijs (Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs).
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Voltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Uitnodigen (uitnodigen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Nederlandse les - Vrienden bezoeken (Vrienden bezoeken)
Vervoeging van uitnodigen in de voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) heb uitgenodigd | (ik) heb uitgenodigd |
(jij) hebt uitgenodigd / hebt uitgenodigd | (jij) hebt uitgenodigd / hebt uitgenodigd |
(hij/zij/het) heeft uitgenodigd | (hij/zij/het) heeft uitgenodigd |
(wij) hebben uitgenodigd | (wij) hebben uitgenodigd |
(jullie) hebben uitgenodigd | (jullie) hebben uitgenodigd |
(zij) hebben uitgenodigd | (zij) hebben uitgenodigd |
Voorbeeldzinnen
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Ik heb de werkzoekende uitgenodigd voor het gesprek. | Ik heb de werkzoekende uitgenodigd voor het gesprek. |
Jij hebt de sollicitant uitgenodigd op de afdeling. | Jij hebt de sollicitant uitgenodigd op de afdeling. |
Hij heeft de kennis uitgenodigd voor het overleg. | Hij heeft de kennis uitgenodigd voor het overleg. |
Wij hebben de kandidaat uitgenodigd voor een interview. | Wij hebben de kandidaat uitgenodigd voor een interview. |
Jullie hebben de personeelszaken uitgenodigd vandaag. | Jullie hebben de personeelszaken uitgenodigd vandaag. |
Zij hebben alle geselecteerden uitgenodigd voor het contract. | Zij hebben alle geselecteerden uitgenodigd voor het contract. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
uitgenodigd, hebt, heb, hebben, heeft
1.
Hij ... de kennis ... voor het overleg.
(Hij heeft de kennis uitgenodigd voor het overleg.)
2.
Wij ... de kandidaat ... voor een interview.
(Wij hebben de kandidaat uitgenodigd voor een interview.)
3.
Zij ... alle geselecteerden ... voor het contract.
(Zij hebben alle geselecteerden uitgenodigd voor het contract.)
4.
Jij ... de sollicitant ... op de afdeling.
(Jij hebt de sollicitant uitgenodigd op de afdeling.)
5.
Ik ... de werkzoekende ... voor het gesprek.
(Ik heb de werkzoekende uitgenodigd voor het gesprek.)
6.
Jullie ... de personeelszaken ... vandaag.
(Jullie hebben de personeelszaken uitgenodigd vandaag.)