Vullen (vullen) - Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Voltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Vullen - Vervoeging van Vullen in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooide tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs).
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Voltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Vullen (vullen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Nederlandse les - Je bagage pakken (Je bagage pakken)
Conjugatie van vullen in de voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik heb gevuld | ik heb gevuld |
jij hebt gevuld / heb jij gevuld | jij hebt gevuld / heb jij gevuld |
hij/zij/het heeft gevuld | hij/zij/het heeft gevuld |
wij hebben gevuld | wij hebben gevuld |
jullie hebben gevuld | jullie hebben gevuld |
zij hebben gevuld | zij hebben gevuld |
Voorbeeldzinnen
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Ik heb de koffer met kleding gevuld. | Ik heb de koffer met kleding gevuld. |
Heb jij de rugzak al gevuld met handdoek? | Heb jij de rugzak al gevuld met handdoek? |
Hij heeft de valies gevuld voor het eiland. | Hij heeft de valies gevuld voor het eiland. |
Wij hebben de handtas gevuld met zonnebril en pet. | Wij hebben de handtas gevuld met zonnebril en pet. |
Jullie hebben de zwembroek en bikini gevuld in de bagage. | Jullie hebben de zwembroek en bikini gevuld in de bagage. |
Zij hebben het ondergoed netjes in de koffer gevuld. | Zij hebben het ondergoed netjes in de koffer gevuld. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
jullie, heeft, jij, gevuld, wij, het, ik, hebben, zij, heb, hij
1.
... ... de koffer met kleding ....
(Ik heb de koffer met kleding gevuld.)
2.
... ... de rugzak al ... met handdoek?
(Heb jij de rugzak al gevuld met handdoek?)
3.
... ... de valies ... voor ... eiland.
(Hij heeft de valies gevuld voor het eiland.)
4.
... ... de handtas ... met zonnebril en pet.
(Wij hebben de handtas gevuld met zonnebril en pet.)
5.
... ... de zwembroek en bikini ... in de bagage.
(Jullie hebben de zwembroek en bikini gevuld in de bagage.)
6.
... ... het ondergoed netjes in de koffer ....
(Zij hebben het ondergoed netjes in de koffer gevuld.)