Wachten (wachten) - Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs (Voltooid verleden tijd , aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Wachten - Vervoeging van Wachten in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid verleden tijd, aantonende wijs (Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs).
Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs (Voltooid verleden tijd , aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Wachten (wachten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Nederlandse les - Dagelijkse diensten (Dagelijkse diensten)
Voltooid verleden tijd van het werkwoord wachten
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik heb gewacht | ik heb gewacht |
jij hebt/heb gewacht | jij hebt/heb gewacht |
hij/zij/het heeft gewacht | hij/zij/het heeft gewacht |
wij hebben gewacht | wij hebben gewacht |
jullie hebben gewacht | jullie hebben gewacht |
zij hebben gewacht | zij hebben gewacht |
Voorbeeldzinnen
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Ik heb in het ziekenhuis gewacht. | Ik heb in het ziekenhuis gewacht. |
Heb jij bij de apotheek gewacht? | Heb jij bij de apotheek gewacht? |
Hij heeft op de universiteit gewacht. | Hij heeft op de universiteit gewacht. |
Wij hebben bij de bibliotheek gewacht. | Wij hebben bij de bibliotheek gewacht. |
Jullie hebben op het kantoor gewacht. | Jullie hebben op het kantoor gewacht. |
Zij hebben voor de sportschool gewacht. | Zij hebben voor de sportschool gewacht. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
gewacht, hebben, heb, heeft
1.
Ik ... in het ziekenhuis ....
(Ik heb in het ziekenhuis gewacht.)
2.
Wij ... bij de bibliotheek ....
(Wij hebben bij de bibliotheek gewacht.)
3.
... jij bij de apotheek ...?
(Heb jij bij de apotheek gewacht?)
4.
Jullie ... op het kantoor ....
(Jullie hebben op het kantoor gewacht.)
5.
Hij ... op de universiteit ....
(Hij heeft op de universiteit gewacht.)
6.
Zij ... voor de sportschool ....
(Zij hebben voor de sportschool gewacht.)