Wegen (wegen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van wegen (wegen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Wegen (wegen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A1

Module 3: Dag tot dag (Dag tot dag)

Les 17: Koken en bakken (Koken en bakken)

Infinitief Voltooid deelwoord
Wegen (Wegen) Gewogen (Gewogen)

Werkwoordsvormen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) weeg (ik) weeg
(jij) weegt / weeg (jij) weegt / weeg
(hij/zij/het) weegt (hij/zij/het) weegt
(wij) wegen (wij) wegen
(jullie) wegen (jullie) wegen
(zij) wegen (zij) wegen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Nederlands Nederlands
(ik) woog (ik) woog
(jij) woog/woogde (jij) woog/woogde
(hij/zij/het) woog (hij/zij/het) woog
(wij) wogen (wij) wogen
(jullie) wogen (jullie) wogen
(zij) wogen (zij) wogen

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Nederlands Nederlands
(ik) heb gewogen (ik) heb gewogen
(jij) hebt gewogen / hebt gewogen? (jij) hebt gewogen / hebt gewogen?
(hij/zij/het) heeft gewogen (hij/zij/het) heeft gewogen
(wij) hebben gewogen (wij) hebben gewogen
(jullie) hebben gewogen (jullie) hebben gewogen
(zij) hebben gewogen (zij) hebben gewogen

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Nederlands Nederlands
(ik) heb gewogen (ik) heb gewogen
(jij) hebt gewogen/hebt gewogen? (jij) hebt gewogen/hebt gewogen?
(hij/zij/het) heeft gewogen (hij/zij/het) heeft gewogen
(wij) hebben gewogen (wij) hebben gewogen
(jullie) hebben gewogen (jullie) hebben gewogen
(zij) hebben gewogen (zij) hebben gewogen

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Nederlands Nederlands
(ik) zal wegen (ik) zal wegen
(jij) zult wegen / zal wegen (jij) zult wegen / zal wegen
(hij/zij/het) zal wegen (hij/zij/het) zal wegen
(wij) zullen wegen (wij) zullen wegen
(jullie) zullen wegen (jullie) zullen wegen
(zij) zullen wegen (zij) zullen wegen

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Nederlands Nederlands
(ik) zal gewogen hebben (ik) zal gewogen hebben
(jij) zal gewogen hebben / zul gewogen hebben (jij) zal gewogen hebben / zul gewogen hebben
(hij/zij/het) zal gewogen hebben (hij/zij/het) zal gewogen hebben
(wij) zullen gewogen hebben (wij) zullen gewogen hebben
(jullie) zullen gewogen hebben (jullie) zullen gewogen hebben
(zij) zullen gewogen hebben (zij) zullen gewogen hebben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Nederlands Nederlands
ik zou wegen ik zou wegen
jij zou wegen / zou jij wegen? jij zou wegen / zou jij wegen?
hij/zij/het zou wegen hij/zij/het zou wegen
wij zouden wegen wij zouden wegen
jullie zouden wegen jullie zouden wegen
zij zouden wegen zij zouden wegen

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Nederlands Nederlands
ik zou gewogen hebben ik zou gewogen hebben
jij zou gewogen hebben / zou je gewogen hebben jij zou gewogen hebben / zou je gewogen hebben
(hij/zij/het) hij zou gewogen hebben / zij zou gewogen hebben / het zou gewogen hebben (hij/zij/het) hij zou gewogen hebben / zij zou gewogen hebben / het zou gewogen hebben
wij zouden gewogen hebben wij zouden gewogen hebben
jullie zouden gewogen hebben jullie zouden gewogen hebben
zij zouden gewogen hebben zij zouden gewogen hebben
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Nederlands Nederlands
Weeg! Weeg!