Weten (weten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van weten (weten) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Weten (Weten) |
Geweten (Geweten) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) weet |
(ik) weet |
(jij) weet/weten |
(jij) weet/weten |
(hij/zij/het) weet |
(hij/zij/het) weet |
(wij) weten |
(wij) weten |
(jullie) weten |
(jullie) weten |
(zij) weten |
(zij) weten |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) wist |
(ik) wist |
(jij) wist/wist je |
(jij) wist/wist je |
(hij/zij/het) wist |
(hij/zij/het) wist |
(wij) wisten |
(wij) wisten |
(jullie) wisten |
(jullie) wisten |
(zij) wisten |
(zij) wisten |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb geweten |
ik heb geweten |
jij hebt geweten / jij hebt geweten |
jij hebt geweten / jij hebt geweten |
hij/zij/het heeft geweten |
hij/zij/het heeft geweten |
wij hebben geweten |
wij hebben geweten |
jullie hebben geweten |
jullie hebben geweten |
zij hebben geweten |
zij hebben geweten |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) had geweten |
(ik) had geweten |
(jij) had geweten / had je geweten |
(jij) had geweten / had je geweten |
(hij/zij/het) had geweten |
(hij/zij/het) had geweten |
(wij) hadden geweten |
(wij) hadden geweten |
(jullie) hadden geweten |
(jullie) hadden geweten |
(zij) hadden geweten |
(zij) hadden geweten |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal weten |
(ik) zal weten |
(jij) zal weten / zult weten |
(jij) zal weten / zult weten |
(hij/zij/het) zal weten |
(hij/zij/het) zal weten |
(wij) zullen weten |
(wij) zullen weten |
(jullie) zullen weten |
(jullie) zullen weten |
(zij) zullen weten |
(zij) zullen weten |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal geweten hebben |
(ik) zal geweten hebben |
(jij) zal geweten hebben / zul geweten hebben |
(jij) zal geweten hebben / zul geweten hebben |
(hij/zij/het) zal geweten hebben |
(hij/zij/het) zal geweten hebben |
(wij) zullen geweten hebben |
(wij) zullen geweten hebben |
(jullie) zullen geweten hebben |
(jullie) zullen geweten hebben |
(zij) zullen geweten hebben |
(zij) zullen geweten hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou geweten hebben |
(ik) zou geweten hebben |
(jij) zou geweten hebben / zou geweten hebben |
(jij) zou geweten hebben / zou geweten hebben |
(hij/zij/het) zou geweten hebben |
(hij/zij/het) zou geweten hebben |
(wij) zouden geweten hebben |
(wij) zouden geweten hebben |
(jullie) zouden geweten hebben |
(jullie) zouden geweten hebben |
(zij) zouden geweten hebben |
(zij) zouden geweten hebben |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou geweten hebben |
(ik) zou geweten hebben |
(jij) zou geweten hebben |
(jij) zou geweten hebben |
(hij/zij/het) zou geweten hebben |
(hij/zij/het) zou geweten hebben |
(wij) zouden geweten hebben |
(wij) zouden geweten hebben |
(jullie) zouden geweten hebben |
(jullie) zouden geweten hebben |
(zij) zouden geweten hebben |
(zij) zouden geweten hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Weet! |
Weet! |
|