A2.4: Op het vliegveld en in het vliegtuig.

Op het vliegveld en in het vliegtuig.

Woordenschat (13)

 Inchecken (inchecken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Inchecken

Show

Inchecken Show

 Controleren (controleren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Controleren

Show

Controleren Show

 Volgen (volgen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Volgen

Show

Volgen Show

 De veiligheidsgordel: De veiligheidsgordel (Nederlands)

De veiligheidsgordel

Show

De veiligheidsgordel Show

 De balie: De balie (Nederlands)

De balie

Show

De balie Show

 De stewardess: De stewardess (Nederlands)

De stewardess

Show

De stewardess Show

 De piloot: De piloot (Nederlands)

De piloot

Show

De piloot Show

 Veilig: Veilig (Nederlands)

Veilig

Show

Veilig Show

 De identiteitskaart: De identiteitskaart (Nederlands)

De identiteitskaart

Show

De identiteitskaart Show

 De veiligheid: De veiligheid (Nederlands)

De veiligheid

Show

De veiligheid Show

 De luchthaven: De luchthaven (Nederlands)

De luchthaven

Show

De luchthaven Show

 Het paspoort: Het paspoort (Nederlands)

Het paspoort

Show

Het paspoort Show

 Weten (weten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Weten

Show

Weten Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Beschrijf met behulp van de afbeeldingen wat je op de luchthaven en in het vliegtuig moet doen. (Met behulp van de foto's beschrijf wat je moet doen op het vliegveld en in het vliegtuig.)
  2. Vind je het leuk om te vliegen? Waarom wel of niet? (Hou je van vliegen? Waarom of waarom niet?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Je moet je ticket bij de incheckbalie halen.

Het is noodzakelijk om de veiligheidscontrole te doorlopen.

In het vliegtuig moet je je veiligheidsgordel gebruiken.

Ik hou er niet van om te vliegen omdat de veiligheidscontrole altijd zo lang duurt.

Ik ga graag met het vliegtuig omdat het zo snel is.

Ik houd niet van de vliegtuigstoelen. Ze zijn niet comfortabel.

De steward laat de veiligheidsinstructies zien.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Ik wil graag inchecken bij de balie op de luchthaven.
De stewardess legt uit hoe je de veiligheidsgordel moet vastmaken.
We moeten onze identiteitskaarten laten controleren bij de securitycontrole.
De piloot zit rustig in de cockpit en bereidt zich voor op het vertrek.

Oefening 4: Clusteren van woorden

Instructie: Sorteer de woorden in de juiste categorie: of je ze gebruikt op het vliegveld of in het vliegtuig.

Op het vliegveld

In het vliegtuig

Oefening 5: Algemene zinsbouw

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Algemene zinsbouw

Toon vertaling Toon antwoorden

de instructies, Ik, identiteitskaart, De piloot, controleert

1.
De stewardess ... de veiligheidsgordel voor het opstijgen.
(De stewardess controleert de veiligheidsgordel voor het opstijgen.)
2.
Piet toont zijn ... aan de balie.
(Piet toont zijn identiteitskaart aan de balie.)
3.
... check in bij de balie op de luchthaven.
(Ik check in bij de balie op de luchthaven.)
4.
Wij volgen ... van de stewardess goed.
(Wij volgen de instructies van de stewardess goed.)
5.
... bestuurt het vliegtuig op een veilige manier.
(De piloot bestuurt het vliegtuig op een veilige manier.)

Oefening 6: Voorzetselgroep

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Voorzetselgroep

Toon vertaling Toon antwoorden

aan de balie, gecontroleerd, op de luchthaven, in de cockpit, gevolgd, veiligheidsgordel

1.
Wij hebben de instructies van de stewardess ...
(Wij hebben de instructies van de stewardess gevolgd)
2.
Ik toon mijn identiteitskaart ....
(Ik toon mijn identiteitskaart aan de balie.)
3.
Hij checkt in ....
(Hij checkt in op de luchthaven.)
4.
Zij draagt haar ... in het vliegtuig.
(Zij draagt haar veiligheidsgordel in het vliegtuig.)
5.
De piloot blijft ... tijdens de turbulentie.
(De piloot blijft in de cockpit tijdens de turbulentie.)
6.
De stewardess heeft de veiligheidsgordel ... voor de start.
(De stewardess heeft de veiligheidsgordel gecontroleerd voor de start.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Volgen volgen

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

Nederlands Nederlands
ik heb gevolgd ik heb gevolgd
jij hebt gevolgd / heb jij gevolgd? jij hebt gevolgd / heb jij gevolgd?
hij/zij/het heeft gevolgd hij/zij/het heeft gevolgd
wij hebben gevolgd wij hebben gevolgd
jullie hebben gevolgd jullie hebben gevolgd
zij hebben gevolgd zij hebben gevolgd

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Weten weten

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
(ik) weet (ik) weet
(jij) weet/weten (jij) weet/weten
(hij/zij/het) weet (hij/zij/het) weet
(wij) weten (wij) weten
(jullie) weten (jullie) weten
(zij) weten (zij) weten

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏