A2.3: Boek uw accommodatie

Boek uw accommodatie

Woordenschat (11)

 De reservering: De reservering (Nederlands)

De reservering

Show

De reservering Show

 De camping: De camping (Nederlands)

De camping

Show

De camping Show

 Het hostel: Het hostel (Nederlands)

Het hostel

Show

Het hostel Show

 De accommodatie: De accommodatie (Nederlands)

De accommodatie

Show

De accommodatie Show

 Bevestigen (bevestigen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Bevestigen

Show

Bevestigen Show

 De eenpersoonskamer: De eenpersoonskamer (Nederlands)

De eenpersoonskamer

Show

De eenpersoonskamer Show

 De tweepersoonskamer: De tweepersoonskamer (Nederlands)

De tweepersoonskamer

Show

De tweepersoonskamer Show

 Het volpension: Het volpension (Nederlands)

Het volpension

Show

Het volpension Show

 Het halfpension: Het halfpension (Nederlands)

Het halfpension

Show

Het halfpension Show

 Inclusief: Inclusief (Nederlands)

Inclusief

Show

Inclusief Show

 Bellen (bellen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Bellen

Show

Bellen Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Voer een gesprek om een kamer te reserveren. Kies een datum en vraag of ze een vrije kamer hebben. (Voer een gesprek om een kamer te reserveren. Beslis over een datum en vraag of ze een vrije kamer hebben.)
  2. Bepaal wat voor soort accommodatie je wilt boeken. (Bepaal welk type accommodatie je wilt boeken.)
  3. Stel vragen over wat in uw boeking is inbegrepen. (Stel vragen over wat bij uw boeking is inbegrepen.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Heeft u een kamer beschikbaar op 5 februari?

Ik wil graag een eenpersoonskamer boeken.

Ik wil een bed in een hostelkamer boeken.

Is er een tweepersoonskamer beschikbaar?

Is er ook een zwembad?

Is het ontbijt inbegrepen?

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Ik wil graag een eenpersoonskamer met uitzicht op het park reserveren.
Kunt u de reservering alstublieft per e-mail bevestigen?
Het hostel is goedkoper dan de camping in het centrum van de stad.
Wij bellen het liefst vaker voor meer informatie.

Oefening 4: Clusteren van woorden

Instructie: Slaap de woorden naar de juiste categorie: woorden die te maken hebben met soorten accommodatie of met reserveren en bevestigen.

Soorten accommodatie

Reserveren en bevestigen

Oefening 5: Onregelmatige vergelijkingen

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Onregelmatige vergelijkingen

Toon vertaling Toon antwoorden

beter, dichterbij, vaker, beste, goedkoper, minder, liefst, meer

1. Dichtbij:
Dit hostel is ... het centrum dan dat grote hotel.
(Dit hostel is dichterbij het centrum dan dat grote hotel.)
2. Goed:
De reservering voor het volpension is ... dan die voor het halfpension.
(De reservering voor het volpension is beter dan die voor het halfpension.)
3. Weinig:
Bij het halfpension krijg je ... maaltijden dan bij volpension.
(Bij het halfpension krijg je minder maaltijden dan bij volpension.)
4. Goedkoop:
Een eenpersoonskamer is vaak ... dan een tweepersoonskamer.
(Een eenpersoonskamer is vaak goedkoper dan een tweepersoonskamer.)
5. Goed:
We zoeken de ... accommodatie voor onze vakantie.
(We zoeken de beste accommodatie voor onze vakantie.)
6. Veel:
De camping heeft ... bezoekers dan vorig jaar.
(De camping heeft meer bezoekers dan vorig jaar.)
7. Vaak:
Op vakantie fiets ik ... dan thuis.
(Op vakantie fiets ik vaker dan thuis.)
8. Graag:
Wij boeken het ... een tweepersoonskamer voor extra ruimte.
(Wij boeken het liefst een tweepersoonskamer voor extra ruimte.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A2.3.1 Grammatica

Onregelmatige vergelijkingen

Onregelmatige vergelijkingen


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Bevestigen bevestigen

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

Nederlands Nederlands
(ik) heb bevestigd (ik) heb bevestigd
(jij) hebt bevestigd / hebt bevestigd (jij) hebt bevestigd / hebt bevestigd
(hij/zij/het) heeft bevestigd (hij/zij/het) heeft bevestigd
(wij) hebben bevestigd (wij) hebben bevestigd
(jullie) hebben bevestigd (jullie) hebben bevestigd
(zij) hebben bevestigd (zij) hebben bevestigd

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Bellen bellen

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

Nederlands Nederlands
ik heb gebeld ik heb gebeld
jij hebt gebeld / jij hebt gebeld jij hebt gebeld / jij hebt gebeld
hij/zij/het heeft gebeld hij/zij/het heeft gebeld
wij hebben gebeld wij hebben gebeld
jullie hebben gebeld jullie hebben gebeld
zij hebben gebeld zij hebben gebeld

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏