Willen (willen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van willen (willen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Willen (willen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A1

Module 3: Dag tot dag (Dag tot dag)

Les 18: Dingen vragen (Dingen vragen)

Infinitief Voltooid deelwoord
Willen (Willen) Gewild (Gewild)

Werkwoordsvormen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Nederlands Nederlands
ik wil ik wil
jij wilt/wil jij wilt/wil
hij/zij/het wil hij/zij/het wil
wij willen wij willen
jullie willen jullie willen
zij willen zij willen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Nederlands Nederlands
ik wilde ik wilde
jij wilde/wou jij wilde/wou
hij/zij/het wilde/wou hij/zij/het wilde/wou
wij wilden wij wilden
jullie wilden jullie wilden
zij wilden zij wilden

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Nederlands Nederlands
ik heb gewild ik heb gewild
jij hebt/heb gewild jij hebt/heb gewild
hij/zij/het heeft gewild hij/zij/het heeft gewild
wij hebben gewild wij hebben gewild
jullie hebben gewild jullie hebben gewild
zij hebben gewild zij hebben gewild

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Nederlands Nederlands
ik heb gewild ik heb gewild
jij hebt/heb gewild jij hebt/heb gewild
hij/zij/het heeft gewild hij/zij/het heeft gewild
wij hebben gewild wij hebben gewild
jullie hebben gewild jullie hebben gewild
zij hebben gewild zij hebben gewild

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Nederlands Nederlands
ik zal willen ik zal willen
jij zal willen jij zal willen
hij/zij/het zal willen hij/zij/het zal willen
wij zullen willen wij zullen willen
jullie zullen willen jullie zullen willen
zij zullen willen zij zullen willen

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Nederlands Nederlands
ik zal gewild hebben ik zal gewild hebben
jij zal gewild hebben jij zal gewild hebben
hij/zij/het zal gewild hebben hij/zij/het zal gewild hebben
wij zullen gewild hebben wij zullen gewild hebben
jullie zullen gewild hebben jullie zullen gewild hebben
zij zullen gewild hebben zij zullen gewild hebben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Nederlands Nederlands
ik zou willen ik zou willen
jij zou willen jij zou willen
hij/zij/het zou willen hij/zij/het zou willen
wij zouden willen wij zouden willen
jullie zouden willen jullie zouden willen
zij zouden willen zij zouden willen

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Nederlands Nederlands
ik zou hebben gewild ik zou hebben gewild
jij zou hebben gewild jij zou hebben gewild
hij/zij/het zou hebben gewild hij/zij/het zou hebben gewild
wij zouden hebben gewild wij zouden hebben gewild
jullie zouden hebben gewild jullie zouden hebben gewild
zij zouden hebben gewild zij zouden hebben gewild
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Nederlands Nederlands
Wil! Wil!