Worden (worden) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

 Worden (worden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Worden - Vervoeging van Worden in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Worden (worden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Je leeftijd zeggen (Je leeftijd zeggen)

Vervoeging van worden in de Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
(ik) word (ik) word
(jij) wordt/word (jij) wordt/word
(hij/zij/het) wordt (hij/zij/het) wordt
(wij) worden (wij) worden
(jullie) worden (jullie) worden
(zij) worden (zij) worden

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik word vandaag zeven jaar oud. Ik word vandaag zeven jaar oud.
Word jij dit jaar acht jaar oud? Word jij dit jaar acht jaar oud?
Hij wordt morgen negen jaar oud. Hij wordt morgen negen jaar oud.
Wij worden samen tien jaar oud. Wij worden samen tien jaar oud.
Jullie worden snel ouder, houd het feest klaar. Jullie worden snel ouder, houd het feest klaar.
Zij worden vandaag vijftig jaar jong. Zij worden vandaag vijftig jaar jong.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

worden, word, wordt

1.
... jij dit jaar acht jaar oud?
(Word jij dit jaar acht jaar oud?)
2.
Ik ... vandaag zeven jaar oud.
(Ik word vandaag zeven jaar oud.)
3.
Wij ... samen tien jaar oud.
(Wij worden samen tien jaar oud.)
4.
Jullie ... snel ouder, houd het feest klaar.
(Jullie worden snel ouder, houd het feest klaar.)
5.
Zij ... vandaag vijftig jaar jong.
(Zij worden vandaag vijftig jaar jong.)
6.
Hij ... morgen negen jaar oud.
(Hij wordt morgen negen jaar oud.)