Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (14) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Noem de naam en leeftijd van elke persoon op de afbeelding. (Zeg de naam en de leeftijd van elke persoon op de afbeelding.)
- Zeg je eigen leeftijd. (Zeg je eigen leeftijd.)
- Vraag de anderen naar hun leeftijd. (Vraag de anderen naar hun leeftijd.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Jong
Jong
2
Worden
Worden
3
Verjaren
Verjaren
4
Het jaar
Het jaar
5
Voorbereiden
Voorbereiden
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 5: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 6: Clusteren van woorden
Instructie: Sleep de woorden naar de juiste categorie: woorden die je gebruikt om iemands leeftijd te vragen of te vertellen, en woorden die te maken hebben met een verjaardagsfeest.
Leeftijd en vragen
Verjaardagsfeest en activiteiten
Oefening 7: Vraagwoorden (hoe, hoeveel, waar, wanneer)
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Vraagwoorden (hoe, hoeveel, waar, wanneer)
Toon vertaling Toon antwoordenWanneer, Hoeveel, Hoe, Waar
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.6.2 Grammatica
Vraagwoorden (hoe, hoeveel, waar, wanneer)
Vraagwoorden (hoe, hoeveel, waar, wanneer)
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Worden worden Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) word | (ik) word |
(jij) wordt/word | (jij) wordt/word |
(hij/zij/het) wordt | (hij/zij/het) wordt |
(wij) worden | (wij) worden |
(jullie) worden | (jullie) worden |
(zij) worden | (zij) worden |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.