Nederlands A1.6.1 Het verjaardagsfeest Delen Gekopieerd!
Twee vrienden praten over hun leeftijd en verjaardagsfeest.
Dialoog: Het verjaardagsfeest
Twee vrienden praten over hun leeftijd en verjaardagsfeest.

A1 Nederlands
Niveau: A1
Module 1: Jezelf voorstellen (Jezelf voorstellen)
Les 6: Je leeftijd zeggen (Je leeftijd zeggen)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
Gesprek
1. | Jeroen: | Hoi Mila! Wanneer ben jij jarig? | (Hoi Mila! Wanneer ben jij jarig?) |
2. | Mila: | Ik verjaar op 2 oktober. En jij? | (Ik verjaar op 2 oktober. En jij?) |
3. | Jeroen: | Ik op 20 juni. Ik word dertig dit jaar. | (Ik op 20 juni. Ik word dertig dit jaar.) |
4. | Mila: | Wat leuk! Ik word er al tweeëndertig dit jaar. | (Wat leuk! Ik word er al tweeëndertig dit jaar.) |
5. | Jeroen: | Geef je een verjaardagsfeest? | (Geef je een verjaardagsfeest?) |
6. | Mila: | Ja! Mijn opa en oma zijn er altijd. Mijn ouders, mijn zus, en drie neven ook. | (Ja! Mijn opa en oma zijn er altijd. Mijn ouders, mijn zus, en drie neven ook.) |
7. | Jeroen: | Ik nodig mijn moeder, broer, en mijn nichtje uit. | (Ik nodig mijn moeder, broer, en mijn nichtje uit.) |
8. | Mila: | Wat gezellig. Hoe oud is jouw nichtje? | (Wat gezellig. Hoe oud is jouw nichtje?) |
9. | Jeroen: | Zij is vijf jaar oud. | (Zij is vijf jaar oud.) |
10. | Mila: | En jouw moeder? | (En jouw moeder?) |
11. | Jeroen: | Mijn moeder is tweeënzestig jaar. | (Mijn moeder is tweeënzestig jaar.) |
12. | Mila: | Mooi. Gelukkige verjaardag, alvast! | (Mooi. Gelukkige verjaardag, alvast!) |