Zaaien (zaaien) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

 Zaaien (zaaien) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Zaaien - Vervoeging van Zaaien in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid tegenwoordige tijd van de aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Zaaien (zaaien) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - In de tuin (In de tuin)

Vervoeging van zaaien in de onvoltooid tegenwoordige tijd

Nederlands Nederlands
ik zaai ik zaai
jij zaait jij zaait
hij/zij/het zaait hij/zij/het zaait
wij zaaien wij zaaien
jullie zaaien jullie zaaien
zij zaaien zij zaaien

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik zaai het zaad in de aarde. Ik zaai het zaad in de aarde.
Jij zaait bloemen naast de steen. Jij zaait bloemen naast de steen.
Hij zaait elke plant met zorg. Hij zaait elke plant met zorg.
Wij zaaien samen in de tuin. Wij zaaien samen in de tuin.
Jullie zaaien zaden in de bloemperk. Jullie zaaien zaden in de bloemperk.
Zij zaaien en sproeien dagelijks. Zij zaaien en sproeien dagelijks.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

zaai, zaait, zaaien

1.
Jullie ... zaden in de bloemperk.
(Jullie zaaien zaden in de bloemperk.)
2.
Hij ... elke plant met zorg.
(Hij zaait elke plant met zorg.)
3.
Ik ... het zaad in de aarde.
(Ik zaai het zaad in de aarde.)
4.
Zij ... en sproeien dagelijks.
(Zij zaaien en sproeien dagelijks.)
5.
Jij ... bloemen naast de steen.
(Jij zaait bloemen naast de steen.)
6.
Wij ... samen in de tuin.
(Wij zaaien samen in de tuin.)