Zetten (zetten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van zetten (zetten) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Zetten (Zetten) |
Gezet (Gezet) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zet |
(ik) zet |
(jij) zet / zet je |
(jij) zet / zet je |
(hij/zij/het) zet |
(hij/zij/het) zet |
(wij) zetten |
(wij) zetten |
(jullie) zetten |
(jullie) zetten |
(zij) zetten |
(zij) zetten |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zette |
(ik) zette |
(jij) zette |
(jij) zette |
(hij/zij/het) zette |
(hij/zij/het) zette |
(wij) zetten |
(wij) zetten |
(jullie) zetten |
(jullie) zetten |
(zij) zetten |
(zij) zetten |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gezet |
(ik) heb gezet |
(jij) hebt/heb je gezet |
(jij) hebt/heb je gezet |
(hij/zij/het) heeft gezet |
(hij/zij/het) heeft gezet |
(wij) hebben gezet |
(wij) hebben gezet |
(jullie) hebben gezet |
(jullie) hebben gezet |
(zij) hebben gezet |
(zij) hebben gezet |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gezet |
(ik) heb gezet |
(jij) hebt gezet |
(jij) hebt gezet |
(hij/zij/het) heeft gezet |
(hij/zij/het) heeft gezet |
(wij) hebben gezet |
(wij) hebben gezet |
(jullie) hebben gezet |
(jullie) hebben gezet |
(zij) hebben gezet |
(zij) hebben gezet |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal gezet hebben |
(ik) zal gezet hebben |
(jij) zult/zal gezet hebben |
(jij) zult/zal gezet hebben |
(hij/zij/het) zal gezet hebben |
(hij/zij/het) zal gezet hebben |
(wij) zullen gezet hebben |
(wij) zullen gezet hebben |
(jullie) zullen gezet hebben |
(jullie) zullen gezet hebben |
(zij) zullen gezet hebben |
(zij) zullen gezet hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal hebben gezet |
(ik) zal hebben gezet |
(jij) zal hebben gezet |
(jij) zal hebben gezet |
(hij/zij/het) zal hebben gezet |
(hij/zij/het) zal hebben gezet |
(wij) zullen hebben gezet |
(wij) zullen hebben gezet |
(jullie) zullen hebben gezet |
(jullie) zullen hebben gezet |
(zij) zullen hebben gezet |
(zij) zullen hebben gezet |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou zetten |
(ik) zou zetten |
(jij) zou zetten |
(jij) zou zetten |
(hij/zij/het) zou zetten |
(hij/zij/het) zou zetten |
(wij) zouden zetten |
(wij) zouden zetten |
(jullie) zouden zetten |
(jullie) zouden zetten |
(zij) zouden zetten |
(zij) zouden zetten |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou gezet hebben |
(ik) zou gezet hebben |
(jij) zou gezet hebben |
(jij) zou gezet hebben |
(hij/zij/het) zou gezet hebben |
(hij/zij/het) zou gezet hebben |
(wij) zouden gezet hebben |
(wij) zouden gezet hebben |
(jullie) zouden gezet hebben |
(jullie) zouden gezet hebben |
(zij) zouden gezet hebben |
(zij) zouden gezet hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Zet! |
Zet! |
|