Zich inschrijven (zich inschrijven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen Delen Gekopieerd!

Vervoeging van zich inschrijven (zich inschrijven) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A2

Module 2: Maatschappij en overheid (Maatschappij en overheid)

Les 12: Mijn tijd op school (Mijn tijd op school)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Zich inschrijven (Zich inschrijven)	Zich ingeschreven (Zich ingeschreven)

Werkwoordsvormen

Aantonende wijs

Nederlands	Nederlands
(ik) schrijf me in	(ik) schrijf me in
(jij) schrijft je in / schrijf je in	(jij) schrijft je in / schrijf je in
(hij/zij/het) schrijft zich in	(hij/zij/het) schrijft zich in
(wij) schrijven ons in	(wij) schrijven ons in
(jullie) schrijven je in	(jullie) schrijven je in
(zij) schrijven zich in	(zij) schrijven zich in

Nederlands	Nederlands
(ik) heb me ingeschreven	(ik) heb me ingeschreven
(jij) hebt je ingeschreven / hebt u ingeschreven	(jij) hebt je ingeschreven / hebt u ingeschreven
(hij/zij/het) heeft zich ingeschreven	(hij/zij/het) heeft zich ingeschreven
(wij) hebben ons ingeschreven	(wij) hebben ons ingeschreven
(jullie) hebben je ingeschreven	(jullie) hebben je ingeschreven
(zij) hebben zich ingeschreven	(zij) hebben zich ingeschreven

Nederlands	Nederlands
(ik) heb me ingeschreven	(ik) heb me ingeschreven
(jij) heb je je ingeschreven/hebt je ingeschreven	(jij) heb je je ingeschreven/hebt je ingeschreven
(hij/zij/het) heeft zich ingeschreven	(hij/zij/het) heeft zich ingeschreven
(wij) hebben ons ingeschreven	(wij) hebben ons ingeschreven
(jullie) hebben je ingeschreven	(jullie) hebben je ingeschreven
(zij) hebben zich ingeschreven	(zij) hebben zich ingeschreven

Nederlands	Nederlands
(ik) zal mij inschrijven	(ik) zal mij inschrijven
(jij) zal je inschrijven / zul je je inschrijven	(jij) zal je inschrijven / zul je je inschrijven
(hij/zij/het) zal zich inschrijven	(hij/zij/het) zal zich inschrijven
(wij) zullen ons inschrijven	(wij) zullen ons inschrijven
(jullie) zullen je inschrijven / zullen je je inschrijven	(jullie) zullen je inschrijven / zullen je je inschrijven
(zij) zullen zich inschrijven	(zij) zullen zich inschrijven

Nederlands	Nederlands
(ik) zal mij hebben ingeschreven	(ik) zal mij hebben ingeschreven
(jij) zult je hebben ingeschreven / zal je hebben ingeschreven	(jij) zult je hebben ingeschreven / zal je hebben ingeschreven
(hij/zij/het) zal zich hebben ingeschreven	(hij/zij/het) zal zich hebben ingeschreven
(wij) zullen ons hebben ingeschreven	(wij) zullen ons hebben ingeschreven
(jullie) zullen je hebben ingeschreven	(jullie) zullen je hebben ingeschreven
(zij) zullen zich hebben ingeschreven	(zij) zullen zich hebben ingeschreven

Conditionele wijs

Nederlands	Nederlands
(ik) zou me inschrijven	(ik) zou me inschrijven
(jij) zou je inschrijven	(jij) zou je inschrijven
(hij/zij/het) zou zich inschrijven	(hij/zij/het) zou zich inschrijven
(wij) zouden ons inschrijven	(wij) zouden ons inschrijven
(jullie) zouden je inschrijven	(jullie) zouden je inschrijven
(zij) zouden zich inschrijven	(zij) zouden zich inschrijven

Nederlands	Nederlands
(ik) zou mij ingeschreven hebben	(ik) zou mij ingeschreven hebben
(jij) zou je ingeschreven hebben	(jij) zou je ingeschreven hebben
(hij/zij/het) zou zich ingeschreven hebben	(hij/zij/het) zou zich ingeschreven hebben
(wij) zouden ons ingeschreven hebben	(wij) zouden ons ingeschreven hebben
(jullie) zouden jullie ingeschreven hebben	(jullie) zouden jullie ingeschreven hebben
(zij) zouden zich ingeschreven hebben	(zij) zouden zich ingeschreven hebben

Imperatief (gebiedende wijs)

Nederlands	Nederlands
Schrijf je in!	Schrijf je in!