Zich wassen (zich wassen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van zich wassen (zich wassen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Zich wassen (Zich wassen) |
Zich gewassen (Zich gewassen) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) was me |
(ik) was me |
(jij) wast je/wast u |
(jij) wast je/wast u |
(hij/zij/het) wast zich |
(hij/zij/het) wast zich |
(wij) wassen ons |
(wij) wassen ons |
(jullie) wassen je |
(jullie) wassen je |
(zij) wassen zich |
(zij) wassen zich |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) waste me |
(ik) waste me |
(jij) waste je |
(jij) waste je |
(hij/zij/het) waste zich |
(hij/zij/het) waste zich |
(wij) wasten ons |
(wij) wasten ons |
(jullie) wasten je |
(jullie) wasten je |
(zij) wasten zich |
(zij) wasten zich |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
ik heb me gewassen |
ik heb me gewassen |
jij hebt je gewassen / heb je je gewassen? |
jij hebt je gewassen / heb je je gewassen? |
hij/zij/het heeft zich gewassen |
hij/zij/het heeft zich gewassen |
wij hebben ons gewassen |
wij hebben ons gewassen |
jullie hebben je gewassen |
jullie hebben je gewassen |
zij hebben zich gewassen |
zij hebben zich gewassen |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb me gewassen |
(ik) heb me gewassen |
(jij) hebt je gewassen / heb jij je gewassen |
(jij) hebt je gewassen / heb jij je gewassen |
(hij/zij/het) heeft zich gewassen |
(hij/zij/het) heeft zich gewassen |
(wij) hebben ons gewassen |
(wij) hebben ons gewassen |
(jullie) hebben jullie je gewassen |
(jullie) hebben jullie je gewassen |
(zij) hebben zich gewassen |
(zij) hebben zich gewassen |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal me gewassen hebben |
(ik) zal me gewassen hebben |
(jij) zult je gewassen hebben |
(jij) zult je gewassen hebben |
(hij/zij/het) zal zich gewassen hebben |
(hij/zij/het) zal zich gewassen hebben |
(wij) zullen ons gewassen hebben |
(wij) zullen ons gewassen hebben |
(jullie) zullen je gewassen hebben |
(jullie) zullen je gewassen hebben |
(zij) zullen zich gewassen hebben |
(zij) zullen zich gewassen hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal me gewassen hebben |
(ik) zal me gewassen hebben |
(jij) zult je gewassen hebben/zal je gewassen hebben |
(jij) zult je gewassen hebben/zal je gewassen hebben |
(hij/zij/het) zal zich gewassen hebben |
(hij/zij/het) zal zich gewassen hebben |
(wij) zullen ons gewassen hebben |
(wij) zullen ons gewassen hebben |
(jullie) zullen je gewassen hebben |
(jullie) zullen je gewassen hebben |
(zij) zullen zich gewassen hebben |
(zij) zullen zich gewassen hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou me wassen |
(ik) zou me wassen |
(jij) zou je wassen |
(jij) zou je wassen |
(hij/zij/het) zou zich wassen |
(hij/zij/het) zou zich wassen |
(wij) zouden ons wassen |
(wij) zouden ons wassen |
(jullie) zouden je wassen |
(jullie) zouden je wassen |
(zij) zouden zich wassen |
(zij) zouden zich wassen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou me gewassen hebben |
(ik) zou me gewassen hebben |
(jij) zou je gewassen hebben |
(jij) zou je gewassen hebben |
(hij/zij/het) zou zich gewassen hebben |
(hij/zij/het) zou zich gewassen hebben |
(wij) zouden ons gewassen hebben |
(wij) zouden ons gewassen hebben |
(jullie) zouden je gewassen hebben |
(jullie) zouden je gewassen hebben |
(zij) zouden zich gewassen hebben |
(zij) zouden zich gewassen hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Was! |
Was! |
|