Zorgen voor (zorgen voor) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van zorgen voor (zorgen voor) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:
Niveau:
A1
Module 5:
Thuis
(Thuis)
Les 37:
Jouw huisdieren
(Jouw huisdieren)
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Zorgen voor (Zorgen voor) |
Gezorgd voor (Gezorgd voor) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zorg voor |
(ik) zorg voor |
(jij) zorgt voor |
(jij) zorgt voor |
(hij/zij/het) zorgt voor |
(hij/zij/het) zorgt voor |
(wij) zorgen voor |
(wij) zorgen voor |
(jullie) zorgen voor |
(jullie) zorgen voor |
(zij) zorgen voor |
(zij) zorgen voor |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zorgde voor |
(ik) zorgde voor |
(jij) zorgde voor |
(jij) zorgde voor |
(hij/zij/het) zorgde voor |
(hij/zij/het) zorgde voor |
(wij) zorgden voor |
(wij) zorgden voor |
(jullie) zorgden voor |
(jullie) zorgden voor |
(zij) zorgden voor |
(zij) zorgden voor |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gezorgd voor |
(ik) heb gezorgd voor |
(jij) hebt gezorgd voor |
(jij) hebt gezorgd voor |
(hij/zij/het) heeft gezorgd voor |
(hij/zij/het) heeft gezorgd voor |
(wij) hebben gezorgd voor |
(wij) hebben gezorgd voor |
(jullie) hebben gezorgd voor |
(jullie) hebben gezorgd voor |
(zij) hebben gezorgd voor |
(zij) hebben gezorgd voor |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb gezorgd voor |
(ik) heb gezorgd voor |
(jij) hebt gezorgd voor |
(jij) hebt gezorgd voor |
(hij/zij/het) heeft gezorgd voor |
(hij/zij/het) heeft gezorgd voor |
(wij) hebben gezorgd voor |
(wij) hebben gezorgd voor |
(jullie) hebben gezorgd voor |
(jullie) hebben gezorgd voor |
(zij) hebben gezorgd voor |
(zij) hebben gezorgd voor |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal gezorgd hebben |
(ik) zal gezorgd hebben |
(jij) zal gezorgd hebben |
(jij) zal gezorgd hebben |
(hij/zij/het) zal gezorgd hebben |
(hij/zij/het) zal gezorgd hebben |
(wij) zullen gezorgd hebben |
(wij) zullen gezorgd hebben |
(jullie) zullen gezorgd hebben |
(jullie) zullen gezorgd hebben |
(zij) zullen gezorgd hebben |
(zij) zullen gezorgd hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal/zou gezorgd hebben voor |
(ik) zal/zou gezorgd hebben voor |
(jij) zult/zou gezorgd hebben voor |
(jij) zult/zou gezorgd hebben voor |
(hij/zij/het) zal/zou gezorgd hebben voor |
(hij/zij/het) zal/zou gezorgd hebben voor |
(wij) zullen/zouden gezorgd hebben voor |
(wij) zullen/zouden gezorgd hebben voor |
(jullie) zullen/zouden gezorgd hebben voor |
(jullie) zullen/zouden gezorgd hebben voor |
(zij) zullen/zouden gezorgd hebben voor |
(zij) zullen/zouden gezorgd hebben voor |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou voor zorgen |
(ik) zou voor zorgen |
(jij) zou voor zorgen |
(jij) zou voor zorgen |
(hij/zij/het) zou voor zorgen |
(hij/zij/het) zou voor zorgen |
(wij) zouden voor zorgen |
(wij) zouden voor zorgen |
(jullie) zouden voor zorgen |
(jullie) zouden voor zorgen |
(zij) zouden voor zorgen |
(zij) zouden voor zorgen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou voor gezorgd hebben |
(ik) zou voor gezorgd hebben |
(jij) zou voor gezorgd hebben |
(jij) zou voor gezorgd hebben |
(hij/zij/het) zou voor gezorgd hebben |
(hij/zij/het) zou voor gezorgd hebben |
(wij) zouden voor gezorgd hebben |
(wij) zouden voor gezorgd hebben |
(jullie) zouden voor gezorgd hebben |
(jullie) zouden voor gezorgd hebben |
(zij) zouden voor gezorgd hebben |
(zij) zouden voor gezorgd hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Zorg voor! |
Zorg voor! |
|