10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Wil je eindelijk Nederlands spreken? Boek een les met een van onze docenten!

Schrijf je nu in!

Woordenschat (12)

 De kat: De kat (Nederlands)

De kat slaapt op het bed.

Show

De kat slaapt op het bed. Show

De kat

Show

De kat Show

 De hond: De hond (Nederlands)

De hond zit snel in de tuin.

Show

De hond zit snel in de tuin. Show

De hond

Show

De hond Show

 Langzaam: Langzaam (Nederlands)

De schildpad loopt langzaam door de tuin onder de blauwe lucht.

Show

De schildpad loopt langzaam door de tuin onder de blauwe lucht. Show

Langzaam

Show

Langzaam Show

 De schildpad: De schildpad (Nederlands)

De schildpad zit langzaam in de tuin.

Show

De schildpad zit langzaam in de tuin. Show

De schildpad

Show

De schildpad Show

 Snel: Snel (Nederlands)

De kat zit snel op de stoel.

Show

De kat zit snel op de stoel. Show

Snel

Show

Snel Show

 De vogel: De vogel (Nederlands)

De vogel zit op de tak in de tuin.

Show

De vogel zit op de tak in de tuin. Show

De vogel

Show

De vogel Show

 Het konijn: Het konijn (Nederlands)

Het konijn zit in de keuken.

Show

Het konijn zit in de keuken. Show

Het konijn

Show

Het konijn Show

 De muis: De muis (Nederlands)

De muis zit op de kast in de woonkamer.

Show

De muis zit op de kast in de woonkamer. Show

De muis

Show

De muis Show

 Aaien (aaien) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Hij aait de bloem voorzichtig.

Show

Hij aait de bloem voorzichtig. Show

Aaien

Show

Aaien Show

 Zorgen voor (zorgen voor) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Jullie zorgen voor de veiligheid in de stad.

Show

Jullie zorgen voor de veiligheid in de stad. Show

Zorgen voor

Show

Zorgen voor Show

 Wandelen (wandelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Hij wandelt naar de supermarkt.

Show

Hij wandelt naar de supermarkt. Show

Wandelen

Show

Wandelen Show

 Zitten (zitten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Jij zit naast de bank in de woonkamer.

Show

Jij zit naast de bank in de woonkamer. Show

Zitten

Show

Zitten Show

Gespreksoefening

  1. Noem elk huisdier op de foto. (Noem elk huisdier op de foto.)
  2. Vraag de anderen of ze een huisdier hebben. (Vraag de anderen of ze een huisdier hebben.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Ik zie een hond en een kat.

Ik zie een hond en een kat.

De hond rent.

De hond rent.

Deze hond zit.

Deze hond zit.

Welke huisdieren heb je?

Welke huisdieren heb je?

Hoe vaak voer je je kat?

Hoe vaak voer je je kat?

Elke ochtend ga ik wandelen met mijn hond.

Elke ochtend ga ik wandelen met mijn hond.

...

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

De hond


De hond

2

Zorgen voor


Zorgen voor

3

De muis


De muis

4

Wandelen


Wandelen

5

Zitten


Zitten

Aanvullend leermateriaal

Bijlage 1: Uitgebreide vocabulaire tabel

Kernwoordenschat (12): Werkwoorden: 4, Bijvoeglijke naamwoorden: 1, Bijwoorden: 1, Zelfstandige naamwoorden: 6,

Nederlands Nederlands
Aaien Aaien
De hond De hond
De kat De kat
De muis De muis
De schildpad De schildpad
De vogel De vogel
Het konijn Het konijn
Langzaam Langzaam
Snel Snel
Wandelen Wandelen
Zitten Zitten
Zorgen voor Zorgen voor

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏