Woordenschat (14) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Noem elk huisdier op de foto. (Noem elk huisdier op de foto.)
- Vraag de anderen of ze een huisdier hebben. (Vraag de anderen of ze een huisdier hebben.)
- Beschrijf de dagelijkse verzorging van je huisdier. (Beschrijf de dagelijkse verzorging van uw huisdier.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Langzaam
Langzaam
2
Het konijn
Het konijn
3
De schildpad
De schildpad
4
De muis
De muis
5
Wandelen
Wandelen
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 5: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 6: Clusteren van woorden
Instructie: Sleep de woorden naar de juiste groep: huisdieren of wat je met huisdieren doet.
Huisdieren
Wat je met huisdieren doet
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Wandelen wandelen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) wandel | (ik) wandel |
(jij) wandelt | (jij) wandelt |
(hij/zij/het) wandelt | (hij/zij/het) wandelt |
(wij) wandelen | (wij) wandelen |
(jullie) wandelen | (jullie) wandelen |
(zij) wandelen | (zij) wandelen |
Blijven blijven Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) blijf | (ik) blijf |
(jij) blijf/blijft | (jij) blijf/blijft |
(hij/zij/het) blijft | (hij/zij/het) blijft |
(wij) blijven | (wij) blijven |
(jullie) blijven | (jullie) blijven |
(zij) blijven | (zij) blijven |
Springen springen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) spring | (ik) spring |
(jij) springt/spring | (jij) springt/spring |
(hij/zij/het) springt | (hij/zij/het) springt |
(wij) springen | (wij) springen |
(jullie) springen | (jullie) springen |
(zij) springen | (zij) springen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.