Woordenschat (12) Delen Gekopieerd!
Gespreksoefening Delen Gekopieerd!
- Noem elk huisdier op de foto. (Noem elk huisdier op de foto.)
- Vraag de anderen of ze een huisdier hebben. (Vraag de anderen of ze een huisdier hebben.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Ik zie een hond en een kat. Ik zie een hond en een kat. |
De hond rent. De hond rent. |
Deze hond zit. Deze hond zit. |
Welke huisdieren heb je? Welke huisdieren heb je? |
Hoe vaak voer je je kat? Hoe vaak voer je je kat? |
Elke ochtend ga ik wandelen met mijn hond. Elke ochtend ga ik wandelen met mijn hond. |
... |
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
De hond
De hond
2
Zorgen voor
Zorgen voor
3
De muis
De muis
4
Wandelen
Wandelen
5
Zitten
Zitten
Aanvullend leermateriaal Delen Gekopieerd!
Bijlage 1: Uitgebreide vocabulaire tabel Delen Gekopieerd!
Kernwoordenschat (12): Werkwoorden: 4, Bijvoeglijke naamwoorden: 1, Bijwoorden: 1, Zelfstandige naamwoorden: 6,
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Aaien | Aaien |
De hond | De hond |
De kat | De kat |
De muis | De muis |
De schildpad | De schildpad |
De vogel | De vogel |
Het konijn | Het konijn |
Langzaam | Langzaam |
Snel | Snel |
Wandelen | Wandelen |
Zitten | Zitten |
Zorgen voor | Zorgen voor |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.