Springen (springen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Springen - Vervoeging van Springen in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Springen (springen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Nederlandse les - Jouw huisdieren (Jouw huisdieren)
Vervoeging van springen in de Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik spring | ik spring |
jij springt | jij springt |
hij/zij/het springt | hij/zij/het springt |
wij springen | wij springen |
jullie springen | jullie springen |
zij springen | zij springen |
Voorbeeldzinnen
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Ik spring met de hond. | Ik spring met de hond. |
Jij springt snel met het konijn. | Jij springt snel met het konijn. |
De kat springt naar de vogel. | De kat springt naar de vogel. |
Wij springen in de tuin. | Wij springen in de tuin. |
Jullie springen hoog in de woonkamer. | Jullie springen hoog in de woonkamer. |
Zij springen graag met de hond. | Zij springen graag met de hond. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
spring, springen, springt
1.
De kat ... naar de vogel.
(De kat springt naar de vogel.)
2.
Zij ... graag met de hond.
(Zij springen graag met de hond.)
3.
Jij ... snel met het konijn.
(Jij springt snel met het konijn.)
4.
Jullie ... hoog in de woonkamer.
(Jullie springen hoog in de woonkamer.)
5.
Wij ... in de tuin.
(Wij springen in de tuin.)
6.
Ik ... met de hond.
(Ik spring met de hond.)