Wandelen (wandelen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Wandelen - Vervoeging van Wandelen in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Wandelen (wandelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Nederlandse les - Jouw huisdieren (Jouw huisdieren)
Vervoeging van wandelen in de onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik wandel | ik wandel |
jij wandelt | jij wandelt |
hij/zij/het wandelt | hij/zij/het wandelt |
wij wandelen | wij wandelen |
jullie wandelen | jullie wandelen |
zij wandelen | zij wandelen |
Voorbeeldzinnen
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Ik wandel dagelijks met de hond. | Ik wandel dagelijks met de hond. |
Jij wandelt snel met de kat. | Jij wandelt snel met de kat. |
De vogel wandelt rustig in de tuin. | De vogel wandelt rustig in de tuin. |
Wij wandelen samen met de muis. | Wij wandelen samen met de muis. |
Jullie wandelen met de schildpad. | Jullie wandelen met de schildpad. |
De konijnen wandelen elke ochtend. | De konijnen wandelen elke ochtend. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
wandelen, wandelt, wandel
1.
Jij ... snel met de kat.
(Jij wandelt snel met de kat.)
2.
Ik ... dagelijks met de hond.
(Ik wandel dagelijks met de hond.)
3.
Wij ... samen met de muis.
(Wij wandelen samen met de muis.)
4.
De vogel ... rustig in de tuin.
(De vogel wandelt rustig in de tuin.)
5.
De konijnen ... elke ochtend.
(De konijnen wandelen elke ochtend.)
6.
Jullie ... met de schildpad.
(Jullie wandelen met de schildpad.)