Gesprek
1. | Beller: | Hallo, ik ben op de A2, richting Utrecht. Er is een ongeluk gebeurd. | (Hallo, ik ben op de A2, richting Utrecht. Er is een ongeluk gebeurd.) Show |
2. | Operator 112: | Weet u waar op de A2 u bent? Ziet u een hectometerpaaltje? | (Weet u waar op de A2 u bent? Ziet u een hectometerpaaltje?) Show |
3. | Beller: | Even kijken… Ja, ik zie een bordje: kilometer 173. | (Even kijken… Ja, ik zie een bordje: kilometer 173.) Show |
4. | Operator 112: | Wat is er gebeurd? | (Wat is er gebeurd?) Show |
5. | Beller: | Twee auto's zijn tegen elkaar gebotst. Eén persoon ligt op de grond op de rechterrijstrook en beweegt niet. | (Twee auto's zijn tegen elkaar gebotst. Eén persoon ligt op de grond op de rechterrijstrook en beweegt niet.) Show |
6. | Operator 112: | Is er rook of brand? | (Is er rook of brand?) Show |
7. | Beller: | Nee, geen brand, maar er is wel veel schade aan de auto's. | (Nee, geen brand, maar er is wel veel schade aan de auto's.) Show |
8. | Operator 112: | Is er medische hulp nodig? | (Is er medische hulp nodig?) Show |
9. | Beller: | Ja, ik denk het wel. Iemand bloedt en een andere persoon zit vast in de auto. | (Ja, ik denk het wel. Iemand bloedt en een andere persoon zit vast in de auto.) Show |
10. | Operator 112: | Dank u. De ambulance en de brandweer zijn onderweg. Blijf bij de gewonden, maar raak ze niet aan. | (Dank u. De ambulance en de brandweer zijn onderweg. Blijf bij de gewonden, maar raak ze niet aan.) Show |
11. | Beller: | Ok, ik wacht op de hulpdiensten op de vluchtstrook. | (Ok, ik wacht op de hulpdiensten op de vluchtstrook.) Show |
12. | Operator 112: | We zijn onderweg. | (We zijn onderweg.) Show |
Oefening 1: Discussievragen
Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.
- Waar is het ongeval gebeurde?
- Heb jij een ongeval meegemaakt? Waar en wanneer?
- Heb jij al eens de hulpdiensten gebeld?
Waar is het ongeval gebeurde?
Heb jij een ongeval meegemaakt? Waar en wanneer?
Heb jij al eens de hulpdiensten gebeld?
Oefening 2: Orden de tekst
Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.
5
...
Twee auto's zijn tegen elkaar gebotst. Eén persoon ligt op de grond op de rechterrijstrook en beweegt niet.
(Twee auto's zijn tegen elkaar gebotst. Eén persoon ligt op de grond op de rechterrijstrook en beweegt niet.)
3
...
Even kijken… Ja, ik zie een bordje: kilometer 173.
(Even kijken… Ja, ik zie een bordje: kilometer 173.)
11
...
Ok, ik wacht op de hulpdiensten op de vluchtstrook.
(Ok, ik wacht op de hulpdiensten op de vluchtstrook.)
8
...
Is er medische hulp nodig?
(Is er medische hulp nodig?)
12
12
We zijn onderweg.
(We zijn onderweg.)
7
...
Nee, geen brand, maar er is wel veel schade aan de auto's.
(Nee, geen brand, maar er is wel veel schade aan de auto's.)
2
...
Weet u waar op de A2 u bent? Ziet u een hectometerpaaltje?
(Weet u waar op de A2 u bent? Ziet u een hectometerpaaltje?)
10
...
Dank u. De ambulance en de brandweer zijn onderweg. Blijf bij de gewonden, maar raak ze niet aan.
(Dank u. De ambulance en de brandweer zijn onderweg. Blijf bij de gewonden, maar raak ze niet aan.)
4
...
Wat is er gebeurd?
(Wat is er gebeurd?)
9
...
Ja, ik denk het wel. Iemand bloedt en een andere persoon zit vast in de auto.
(Ja, ik denk het wel. Iemand bloedt en een andere persoon zit vast in de auto.)
1
1
Hallo, ik ben op de A2, richting Utrecht. Er is een ongeluk gebeurd.
(Hallo, ik ben op de A2, richting Utrecht. Er is een ongeluk gebeurd.)
6
...
Is er rook of brand?
(Is er rook of brand?)