Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Gesprek

1. Beller: Hallo, ik ben op de A2, richting Utrecht. Er is een ongeluk gebeurd. (Hallo, ik ben op de A2, richting Utrecht. Er is een ongeluk gebeurd.) Show
2. Operator 112: Weet u waar op de A2 u bent? Ziet u een hectometerpaaltje? (Weet u waar op de A2 u bent? Ziet u een hectometerpaaltje?) Show
3. Beller: Even kijken… Ja, ik zie een bordje: kilometer 173. (Even kijken… Ja, ik zie een bordje: kilometer 173.) Show
4. Operator 112: Wat is er gebeurd? (Wat is er gebeurd?) Show
5. Beller: Twee auto's zijn tegen elkaar gebotst. Eén persoon ligt op de grond op de rechterrijstrook en beweegt niet. (Twee auto's zijn tegen elkaar gebotst. Eén persoon ligt op de grond op de rechterrijstrook en beweegt niet.) Show
6. Operator 112: Is er rook of brand? (Is er rook of brand?) Show
7. Beller: Nee, geen brand, maar er is wel veel schade aan de auto's. (Nee, geen brand, maar er is wel veel schade aan de auto's.) Show
8. Operator 112: Is er medische hulp nodig? (Is er medische hulp nodig?) Show
9. Beller: Ja, ik denk het wel. Iemand bloedt en een andere persoon zit vast in de auto. (Ja, ik denk het wel. Iemand bloedt en een andere persoon zit vast in de auto.) Show
10. Operator 112: Dank u. De ambulance en de brandweer zijn onderweg. Blijf bij de gewonden, maar raak ze niet aan. (Dank u. De ambulance en de brandweer zijn onderweg. Blijf bij de gewonden, maar raak ze niet aan.) Show
11. Beller: Ok, ik wacht op de hulpdiensten op de vluchtstrook. (Ok, ik wacht op de hulpdiensten op de vluchtstrook.) Show
12. Operator 112: We zijn onderweg. (We zijn onderweg.) Show

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. Waar is het ongeval gebeurde?
  2. Waar is het ongeval gebeurde?
  3. Heb jij een ongeval meegemaakt? Waar en wanneer?
  4. Heb jij een ongeval meegemaakt? Waar en wanneer?
  5. Heb jij al eens de hulpdiensten gebeld?
  6. Heb jij al eens de hulpdiensten gebeld?

Oefening 2: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
5
... Twee auto's zijn tegen elkaar gebotst. Eén persoon ligt op de grond op de rechterrijstrook en beweegt niet.
(Twee auto's zijn tegen elkaar gebotst. Eén persoon ligt op de grond op de rechterrijstrook en beweegt niet.)
3
... Even kijken… Ja, ik zie een bordje: kilometer 173.
(Even kijken… Ja, ik zie een bordje: kilometer 173.)
11
... Ok, ik wacht op de hulpdiensten op de vluchtstrook.
(Ok, ik wacht op de hulpdiensten op de vluchtstrook.)
8
... Is er medische hulp nodig?
(Is er medische hulp nodig?)
12
12 We zijn onderweg.
(We zijn onderweg.)
7
... Nee, geen brand, maar er is wel veel schade aan de auto's.
(Nee, geen brand, maar er is wel veel schade aan de auto's.)
2
... Weet u waar op de A2 u bent? Ziet u een hectometerpaaltje?
(Weet u waar op de A2 u bent? Ziet u een hectometerpaaltje?)
10
... Dank u. De ambulance en de brandweer zijn onderweg. Blijf bij de gewonden, maar raak ze niet aan.
(Dank u. De ambulance en de brandweer zijn onderweg. Blijf bij de gewonden, maar raak ze niet aan.)
4
... Wat is er gebeurd?
(Wat is er gebeurd?)
9
... Ja, ik denk het wel. Iemand bloedt en een andere persoon zit vast in de auto.
(Ja, ik denk het wel. Iemand bloedt en een andere persoon zit vast in de auto.)
1
1 Hallo, ik ben op de A2, richting Utrecht. Er is een ongeluk gebeurd.
(Hallo, ik ben op de A2, richting Utrecht. Er is een ongeluk gebeurd.)
6
... Is er rook of brand?
(Is er rook of brand?)