Nederlands A1.23.1 Zorgen over het uiterlijk Delen Gekopieerd!
De man twijfelt over zijn uiterlijk en vraagt de vrouw om bevestiging.
Dialoog: Zorgen over het uiterlijk
De man twijfelt over zijn uiterlijk en vraagt de vrouw om bevestiging.

A1 Nederlands
Niveau: A1
Module 4: Objecten en mensen beschrijven (Objecten en mensen beschrijven)
Les 23: Fysiek en uiterlijk (Fysiek en uiterlijk)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
Gesprek
1. | Man: | Wat denk je, schat? Hoe ziet mijn haar eruit? Is het niet te kort? | (Wat denk je, schat? Hoe ziet mijn haar eruit? Is het niet te kort?) |
2. | Vrouw: | Nee, je ziet er goed uit! Je hebt mooi lang zwart haar. | (Nee, je ziet er goed uit! Je hebt mooi lang zwart haar.) |
3. | Man: | Ik twijfel een beetje. Ben ik niet te dik in deze broek? | (Ik twijfel een beetje. Ben ik niet te dik in deze broek?) |
4. | Vrouw: | Het ziet er mooi uit. Je bent niet te dik en ook niet te dun. | (Het ziet er mooi uit. Je bent niet te dik en ook niet te dun.) |
5. | Man: | Ik vind mijn T-shirt zo lelijk en zo klein. Denk je dat het goed past? | (Ik vind mijn T-shirt zo lelijk en zo klein. Denk je dat het goed past?) |
6. | Vrouw: | Wat negatief! Je T-shirt is mooi en past goed bij je jeans. | (Wat negatief! Je T-shirt is mooi en past goed bij je jeans.) |
7. | Man: | Oké, maar ik denk dat mijn jeans te groot is, of te wijd. Wat denk jij? | (Oké, maar ik denk dat mijn jeans te groot is, of te wijd. Wat denk jij?) |
8. | Vrouw: | Die jeans is toch helemaal goed, het lijkt wel of we de paus bezoeken! | (Die jeans is toch helemaal goed, het lijkt wel of we de paus bezoeken!) |
9. | Man: | Je hebt gelijk, ik lijk zo op mijn vader. Kaal, dik, roodharig en complexen. | (Je hebt gelijk, ik lijk zo op mijn vader. Kaal, dik, roodharig en complexen.) |
10. | Vrouw: | Wat heb jij toch vandaag. Je lijkt wel een model. | (Wat heb jij toch vandaag. Je lijkt wel een model.) |
11. | Man: | Hmm, misschien heb ik gewoon te veel zorgen. Ik wil er goed uitzien voor het feestje, weet je wel. | (Hmm, misschien heb ik gewoon te veel zorgen. Ik wil er goed uitzien voor het feestje, weet je wel.) |
12. | Vrouw: | Jij lijkt wel de vrouw hier! We moeten nu echt gaan. | (Jij lijkt wel de vrouw hier! We moeten nu echt gaan.) |