Aanwijzende voornaamwoorden (deze, die, dit, dat) Delen Gekopieerd!
Aanwijzende voornaamwoorden verwijzen naar zelfstandige naamwoorden, zoals 'deze' en 'dit'.
Grammatica: Aanwijzende voornaamwoorden (deze, die, dit, dat)
A1 Nederlands Aanwijzende voornaamwoorden
Niveau: A1
Module 4: Objecten en mensen beschrijven (Objecten en mensen beschrijven)
Les 27: Vormen en figuren (Vormen en figuren)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- Gebruik 'deze' en 'dit' voor zaken dichtbij, en 'die' en 'dat' voor zaken verder weg.
- Het aanwijzend voornaamwoord komt overeen met het geslacht en artikel van het woord.
de-woord | het-woord | |
---|---|---|
Dichtbij (Dichtbij) | deze | dit |
Veraf (Veraf) | die | dat |
Uitzonderingen!
- Verkleinwoorden hebben altijd het artikel 'het' en gebruiken dus altijd 'dit' of 'dat'.
- Meervouden hebben altijd het artikel 'de' en gebruiken dus altijd 'deze' of 'die'.
Oefening 1: Aanwijzende voornaamwoorden (deze, die, dit, dat)
Instructie: Vul het juiste woord in.
Die, Deze, Dat
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Deze
Deze
2
Dat
Dat
3
Die
Die