Bijwoorden van hoeveelheid (veel, weinig, genoeg,...)

Bijwoorden van hoeveelheid geven aan hoeveel er is, zoals 'veel', 'weinig', 'genoeg'.

Grammatica: Bijwoorden van hoeveelheid (veel, weinig, genoeg,...)

A1 Nederlands Bijwoorden van hoeveelheid

Niveau: A1

Module 3: Dag tot dag (Dag tot dag)

Les 19: Prijzen en geld (Prijzen en geld)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

  1. 'Veel' en 'weinig' worden met telbare en ontelbare woorden gebruikt.
  2. 'Een beetje' gebruik je alleen bij ontelbare woorden.
  3. 'Alles' en 'niets' verwijzen naar een totaal of afwezigheid.
Bijwoord (Bijwoord)Voorbeeld (Voorbeeld)
Veel (Veel)Hij heeft veel geld. (Hij heeft veel geld.)
Weinig (Weinig)Er is weinig melk in de winkel. (Er is weinig melk in de winkel.)
Een beetje (Een beetje)Wil je een beetje suiker? (Wil je een beetje suiker?)
Genoeg (Genoeg)Heb je genoeg geld? (Heb je genoeg geld?)
Niets (Niets)Ik heb niets nodig. (Ik heb niets nodig.)
Alles (Alles)Hij heeft alles betaald. (Hij heeft alles betaald.)

Oefening 1: Bijwoorden van hoeveelheid (veel, weinig, genoeg,...)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

genoeg, veel, niets, alles, een beetje

1.
Zij wil ... geld lenen.
(Zij wil een beetje geld lenen.)
2.
Hij heeft ... geld bij zich.
(Hij heeft veel geld bij zich.)
3.
Ik heb ... in mijn portemonnee.
(Ik heb niets in mijn portemonnee.)
4.
Heb je ... geld om te betalen?
(Heb je genoeg geld om te betalen?)
5.
Hij heeft ... afgerekend bij de kassa.
(Hij heeft alles afgerekend bij de kassa.)
6.
Wil je ... suiker in je thee?
(Wil je een beetje suiker in je thee?)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

alles


alles

2

beetje


een beetje

3

genoeg


genoeg

4

veel


veel