Leer hoe je in het Nederlands irreële voorwaarden vormt om onwerkelijke of denkbeeldige situaties uit te drukken met 'als' + onvoltooid verleden tijd en 'zou/zouden' + infinitief. Begrijp de juiste zinsstructuur en oefen met praktische voorbeelden om wensen en hypothetische situaties goed te kunnen verwoorden.
- Formule: 'Als' + onvoltooid verleden tijd, 'zou/zouden' + infinitief.
- De situatie is onwaarschijnlijk of niet echt.
- Gebruik het vaak met wensen of hypothetische ideeën.
Bijzin: voorwaarde (Bijzin: voorwaarde) | Hoofdzin: resultaat (Hoofdzin: resultaat) |
---|---|
Als ik tijd had, (Als ik tijd had,) | zou ik veel romans lezen. (zou ik veel romans lezen.) |
Als het horrorverhaal echt was, (Als het horrorverhaal echt was,) | zou ik heel bang zijn. (zou ik heel bang zijn.) |
Als ik rijk was, (Als ik rijk was,) | zou ik de wereld rondreizen. (zou ik de wereld rondreizen.) |
Als zij vaker las, (Als zij vaker las,) | zou haar literatuurkennis groeien. (zou haar literatuurkennis groeien.) |
Uitzonderingen!
- De hoofdzin volgt vaak na de voorwaarde, maar mag ook vooraan staan.
Oefening 1: De irreële voorwaarde
Instructie: Vul het juiste woord in.
lezen, vroeg, zouden, was, zou, werkte, had
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de zin die correct is bij de irreële voorwaarde. Let op het juiste gebruik van 'als' + onvoltooid verleden tijd en 'zou/zouden' + infinitief.