- Formule: 'Als' + onvoltooid verleden tijd, 'zou/zouden' + infinitief.
- De situatie is onwaarschijnlijk of niet echt.
- Gebruik het vaak met wensen of hypothetische ideeën.
Bijzin: voorwaarde (Bijzin: voorwaarde) | Hoofdzin: resultaat (Hoofdzin: resultaat) |
---|---|
Als ik tijd had, (Als ik tijd had,) | zou ik veel romans lezen. (zou ik veel romans lezen.) |
Als het horrorverhaal echt was, (Als het horrorverhaal echt was,) | zou ik heel bang zijn. (zou ik heel bang zijn.) |
Als ik rijk was, (Als ik rijk was,) | zou ik de wereld rondreizen. (zou ik de wereld rondreizen.) |
Als zij vaker las, (Als zij vaker las,) | zou haar literatuurkennis groeien. (zou haar literatuurkennis groeien.) |
Uitzonderingen!
- De hoofdzin volgt vaak na de voorwaarde, maar mag ook vooraan staan.
Oefening 1: De irreële voorwaarde
Instructie: Vul het juiste woord in.
lezen, vroeg, zouden, was, zou, werkte, had
1.
Hebben:
Als ik tijd ..., zou ik een roman lezen.
(Als ik tijd had, zou ik een roman lezen.)
2.
Zullen:
Als jij vaker las, ... je meer van poëzie houden.
(Als jij vaker las, zou je meer van poëzie houden.)
3.
Zijn:
Als jij stil ..., zou ik beter kunnen luisteren.
(Als jij stil was, zou ik beter kunnen luisteren.)
4.
Vragen:
Als ze het ..., zou ik haar een boek uitlenen.
(Als ze het vroeg, zou ik haar een boek uitlenen.)
5.
Werken:
Als jij minder ..., zou je meer tijd hebben om te lezen.
(Als jij minder werkte, zou je meer tijd hebben om te lezen.)
6.
Zullen:
Als we in een bibliotheek werkten, ... we veel boeken lezen.
(Als we in een bibliotheek werkten, zouden we veel boeken lezen.)
7.
Hebben:
Als ik meer geld ..., zou ik een auto kopen.
(Als ik meer geld had, zou ik een auto kopen.)
8.
Lezen:
Als het vandaag mooi weer was, gingen we buiten ....
(Als het vandaag mooi weer was, gingen we buiten lezen.)
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Choose the sentence that is correct for the unreal condition. Pay attention to the correct use of 'als' + past imperfect tense and 'zou/zouden' + infinitive.
1.
Fout omdat in de hoofdzin 'zal' wordt gebruikt in plaats van 'zou', wat verplicht is bij een irreële voorwaarde.
Fout omdat 'heb gekend' de voltooid tegenwoordige tijd is, terwijl de irreële voorwaarde de onvoltooid verleden tijd vereist.
2.
Fout omdat de bijzin met 'Zou' begint en 'hebben' in de infinitief staat; de bijzin moet de onvoltooid verleden tijd gebruiken en met 'als' beginnen.
Fout omdat in de hoofdzin 'zal' wordt gebruikt in plaats van 'zou', terwijl bij de irreële voorwaarde 'zou' hoort.
3.
Fout omdat de bijzin onjuist is gevormd; 'zou zijn' mag niet in de bijzin bij irreële voorwaarden.
Fout omdat in de hoofdzin geen 'zou' wordt gebruikt; 'koop' is tegenwoordige tijd en past niet bij irreële voorwaarde.
4.
Fout omdat de bijzin begint met 'Zou' en 'lezen' is in de infinitief; de bijzin moet met 'als' beginnen en de onvoltooid verleden tijd gebruiken.
Fout omdat in de hoofdzin 'zal' wordt gebruikt in plaats van 'zou', wat verplicht is bij een irreële voorwaarde.