- Onbepaalde telwoorden duiden een onbekende hoeveelheid aan.
- Sommige onbepaalde telwoorden krijgen een -e als ze voor een zelfstandig naamwoord staan.
- Enige en sommige krijgen een -n als ze zelfstandig voor personen in het meervoud gebruikt worden..
Telwoord (Telwoord) | Gebruik (Gebruik) | Voorbeeld (Voorbeeld) |
---|---|---|
veel (veel) | grote hoeveelheid (grote hoeveelheid) | Er zijn veel schapen op de wei. (Er zijn veel schapen op de wei.) |
weinig (weinig) | kleine hoeveelheid (kleine hoeveelheid) | Er zij weinig kippen op de boerderij. (Er zij weinig kippen op de boerderij.) |
wat (wat) | onbepaalde hoeveelheid (onbepaalde hoeveelheid) | Wil je wat melk? (Wil je wat melk?) |
enige (enige) | beperkte hoeveelheid (beperkte hoeveelheid) | Hij heeft sinds enige jaren een boerderij. (Hij heeft sinds enige jaren een boerderij.) |
sommige (sommige) | niet iedereen (niet iedereen) | Sommige mensen houden niet van het platteland. (Sommige mensen houden niet van het platteland.) |
een paar (een paar) | een klein aantal (een klein aantal) | Ik zie een paar kippen op de boerderij. (Ik zie een paar kippen op de boerderij.) |
genoeg (genoeg) | voldoende (voldoende) | We hebben genoeg voedsel voor vandaag. (We hebben genoeg voedsel voor vandaag.) |
geen (geen) | niets (niets) | Er is geen melk meer. (Er is geen melk meer.) |
Uitzonderingen!
- Een paar, wat, genoeg krijgen geen -e achteraan.
Oefening 1: Onbepaalde telwoorden (veel, weinig, wat)
Instructie: Vul het juiste woord in.
veel, weinig, wat, Sommigen, geen, genoeg, een paar
1.
Onbepaalde hoeveelheid:
Neem je ... fruit mee van de boerderij?
(Neem je wat fruit mee van de boerderij?)
2.
Kleine hoeveelheid:
De boer heeft ... tijd om te rusten.
(De boer heeft weinig tijd om te rusten.)
3.
Grote hoeveelheid:
Op het platteland lopen er ... koeien rond.
(Op het platteland lopen er veel koeien rond.)
4.
Een klein aantal:
Er staan ... paarden in de stal.
(Er staan een paar paarden in de stal.)
5.
Niet iedereen:
... houden niet van de natuur.
(Sommigen houden niet van de natuur.)
6.
Niets:
Het paard is uitgehongerd, hij krijgt ... voedsel.
(Het paard is uitgehongerd, hij krijgt geen voedsel.)
7.
Voldoende:
We hebben ... hooi voor de schapen.
(We hebben genoeg hooi voor de schapen.)
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Choose the correct sentence with a compound noun. Pay attention to the correct form and the use of tussen-s and tussen-en.
1.
'Boerderij deur' moet één samengesteld woord zijn: 'boerderijdeur'.
'Dorp plein' moet één samengesteld woord zijn: 'dorpsplein'.
2.
'Woordboek' mist de tussen-n: het moet 'woordenboek' zijn.
'Woordenboek' moet aan elkaar geschreven worden als samengesteld zelfstandig naamwoord.
3.
'Hondenhok' is samengesteld, maar 'grote hondenhok' moet correct lidwoord hebben: bijvoorbeeld 'een groot hondenhok'.
'Paard wei' moet één woord zijn: 'paardenwei'.
4.
'Varken stal' moet één samengesteld woord zijn: 'varkensstal'.
'Veel schapen in de varkensstal' is onlogisch, want een varkensstal is voor varkens, niet voor schapen.