- Bij de onvoltooid verleden tijd van sterke werkwoorden, zie je een klinkerverandering.
- In het meervoud wordt -en toegevoegd.
- In het enkelvoud wordt niets toegevoegd.
- Bij sterke werkwoorden wordt geen -te(n)/-de(n) toegevoegd.
Categorie (Categorie) | Infinitief (Infinitief) | O.v.t. (O.v.t.) |
---|---|---|
ij → ee | blijven (blijven) kijken (kijken) rijden (rijden) lijken (lijken) ... | bleef (bleef) keek (keek) reed (reed) leek (leek) ... |
ie → oo | kiezen (kiezen) vliegen (vliegen) bieden (bieden) verliezen (verliezen) ... | koos (koos) vloog (vloog) bood (bood) verloor (verloor) ... |
ui → oo | ruiken (ruiken) sluiten (sluiten) fluiten (fluiten) zuigen (zuigen) ... | rook (rook) sloot (sloot) floot (floot) zoog (zoog) ... |
i → o | beginnen (beginnen) drinken (drinken) springen (springen) vinden (vinden) ... | begon (begon) dronk (dronk) sprong (sprong) vond (vond) ... |
e → o | trekken (trekken) vechten (vechten) zwemmen (zwemmen) schenken (schenken) ... | trok (trok) vocht (vocht) zwom (zwom) schonk (schonk) ... |
e → oo | scheren (scheren) wegen (wegen) bewegen (bewegen) zweren (zweren) ... | schoor (schoor) woog (woog) bewoog (bewoog) zwoor (zwoor) ... |
a → ie | blazen (blazen) laten (laten) slapen (slapen) vallen (vallen) | blies (blies) liet (liet) sliep (sliep) viel (viel) |
e → a | eten (eten) genezen (genezen) geven (geven) vergeten (vergeten) | at (at) genas (genas) gaf (gaf) vergat (vergat) |
e → ie | helpen (helpen) bederven (bederven) scheppen (scheppen) sterven (sterven) | hielp (hielp) bedierf (bedierf) schiep (schiep) stierf (stierf) |
Overige: (Overige:)
| liggen (liggen) dragen (dragen) | lag (lag) droeg (droeg)
|
Oefening 1: Onvoltooid verleden tijd: sterke werkwoorden
Instructie: Vul het juiste woord in.
bleven, boden, hielp, reden, liet, lag, keek, sloot
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Choose in each group the correct sentence with the right simple past tense of a strong verb. Pay attention to the vowel change and the correct conjugation without additional -te(n)/-de(n).