Leer hoe je de Nederlandse tijdsbepalingen 'voordat', 'nadat', 'als' en 'wanneer' correct gebruikt om tijd en voorwaarden aan te geven. Ontdek de verschillen in woordvolgorde en praktische voorbeelden om je taalgebruik te verbeteren.
- 'Voordat' geeft een actie aan die eerst gebeurt.
- 'Nadat' geeft een latere handeling aan.
- Gebruik 'als' en 'wanneer' voor toekomstige of voorwaardelijke handelingen.
Tijdsbepaling | Betekenis | Voorbeeld |
---|---|---|
Voordat (Voordat) | Gebeurtenis vooraf (Gebeurtenis vooraf) | Voordat ik ga werken, ontbijt ik. (Voordat ik ga werken, ontbijt ik.) |
Nadat (Nadat) | Gebeurtenis achteraf (Gebeurtenis achteraf) | Nadat ik heb gegeten, poets ik mijn tanden. (Nadat ik heb gegeten, poets ik mijn tanden.) |
Als (Als) | Bij een voorwaarde (Bij een voorwaarde) | Als ik ga slapen, poets ik mijn tanden. (Als ik ga slapen, poets ik mijn tanden.) |
Wanneer (Wanneer) | Specifiek moment (Specifiek moment) | Wanneer mijn huid droog is, gebruik ik zalf. (Wanneer mijn huid droog is, gebruik ik zalf.) |
Oefening 1: Tijdsbepalingen: voordat, nadat, als, wanneer
Instructie: Vul het juiste woord in.
wanneer, nadat, Voordat, als, voordat
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies in elke reeks de zin die correct gebruikmaakt van 'voordat', 'nadat', 'als' of 'wanneer' om tijd of een voorwaarde aan te geven.